Zeeheldenbuurt & Oude Houthaven, Amsterdam

Zeeheldenbuurt & Oude Houthaven

Net boven de Westelijke Eilanden vind je de Zee­helden­buurt, met de Oude Hout­haven ten noorden ervan en de Spaarn­dammer­buurt aan de westkant. In de Oude Hout­haven werd vroeger hout uit Scandi­navië opgeslagen en verwerkt (voor de bouw van schepen en huizen). Aan de oost­kant ervan ligt de Silodam die in het IJ uitsteekt. Op de Van Diemen­straat staan grote pak­huizen, aan de zuid­kant (de noorde­lijke kade van de Zout­keets­gracht) stonden de 17e eeuwse zoutketen. De meeste straten in deze buurt zijn vernoemd naar Neder­landse zee­vaarders en ont­dekkings­reizigers.

Luchtfoto van de Zeeheldenbuurt, Amsterdam, in 1983

Luchtfoto uit 1983 van de Zee­helden­buurt. Links boven Oude Hout­haven met Silodam, linksonder een deel van de Spaarn­dammer­buurt. Rechts­onder een deel van Realen­eiland. Rechts­boven het Stenen Hoofd, pier uit 1902 (Stads­archief Amsterdam).

De Westelijke Eilanden werden aangelegd kort na de Derde Uitleg van 1613, samen met de grachtengordel, de Jordaan en de Haar­lemmer­buurt. Toen de stads­muur geen verdedigende functie meer had, werden alle bolwerken afgebroken tussen 1830 en 1832. Er waren ten noorden van de Westelijke Eilanden een paar naamloze eilandjes in het IJ — die zijn nu het oudste deel van de huidige Zee­helden­buurt.

Detail van een kaart van Amsterdam van Gerrit de Broen uit 1737

Onder de lens de naamloze eilandjes buiten de stads­wal, die later deel zouden worden van de Zee­helden­buurt, detail van een kaart van Gerrit de Broen uit 1737. Zuid is boven (Allard Pierson, Speciale Collecties UvA).

Geschiedenis van de Zeeheldenbuurt

De eerste bouwsels in deze buurt stammen uit de 17e eeuw en bestonden tot ruim in de 18e eeuw voor­name­lijk uit scheeps­werven, lijn­banen en taan­derijen. Er waren hier vooral werk­plaatsen en een paar bedrijfs­woningen, met pak­huizen op de Zout­keets­gracht. De eerste zout­keten verschenen hier rond 1615, al snel door andere gevolgd — zee­water werd hier boven turf­vuren verhit in grote pannen om het zout te winnen. En in 1652 werd het gebiedje achter bolwerk Blaauw­hoofd aan de haring­rokers toegewezen, op Bokking­hangen.

Bijna twee eeuwen lang veranderde hier maar weinig — de zout­keten werden lang­zaam­aan vervangen door woningen en pak­huizen. Het was in de 18e en 19e eeuw een heel drukke en bedrijvige buurt, maar toen steeds meer bedrijfjes naar elders verhuisden werd het meer een woon­buurt, op de grote pak­huizen aan de Van Diemen­straat na.

Zoutkeetsgracht hoek Zoutkeetsplein, Amsterdam, woonblok met ronde hoek uit 1881

Zoutkeetsgracht hoek Zoutkeets­plein. Dit blok uit 1881 heeft een ronde hoek met gebogen glas (maart 2022).

Speculanten & filantropen

Door de groeiende industria­lisering rond 1900 kwamen er heel veel nieuwe arbeiders naar Amsterdam, waardoor uitbreiding en woningbouw dringend nodig waren. Toen kost­bare uit­breidings­plannen van Niftrik in 1868 en 1871 werden afge­wezen, waren parti­culiere ontwik­kelaars al met bouwen begonnen aan de west­kant van de stad. Een plan van Jan Kalff, dat meer rekening hield met de bestaande situatie, werd in 1877 goed­gekeurd.

Er volgde een bouw­explosie, deels door parti­culiere speculanten die uit waren op snelle winst uit goed­kope woningen, deels door filan­tropen die de leef­om­standig­heden van de arbeiders wilden verbeteren. In 1851 werd de Vereeniging ten Behoeve der Arbeiders­klasse (VAK) opgericht, de eerste woning­bouw­vereniging in Nederland. In 1875 gevolgd door de AVA, de Amster­damsche Vereeniging tot het Bouwen van Arbeiders­woningen.

AVA arbeiderswoningen

In 1872 onderzocht een Amsterdamse Gezondheids­commissie de armoedige woon­omstandig­heden van de arbeiders en kwam tot schokkende conclusies. Na veel poli­tieke en sociale druk op het stads­bestuur werd toen in 1875 de AVA woning­bouw­vereniging opge­richt, om betere en betaal­bare woningen voor arbeiders te realiseren. Een groep van 166 welgestelde inwoners richtte een garantie­fonds op tegen een rente van 2,5 procent.

Tegeltableau van de AVA woningbouwvereniging op de Barentszstraat, Amsterdam

Tegeltableau van de AVA (Amster­damsche Veree­niging tot het Bouwen van Arbeiders­woningen) op de Barentsz­straat (juli 2022).

Hoewel de stadsbestuurders bang waren om als socialistisch gezien te worden, leverden zij toch het kapitaal, de grond, de bouwplannen en de architect en overzagen zij de bouw. Zo werden tjdens de 19e eeuw zo’n 774 woningen gebouwd, gevolgd door nog eens 238 in de 20e eeuw. Grond­speculatie en einde­loze onteige­nings­procedures vertraagden de afbraak van de sloppen­wijken en hinderden de voort­gang van de plannen van de vereniging. De Woning­wet van 1902 legde regels vast om een betere kwaliteit sociale woningen te garanderen.

De AVA bouwde in 1879-1881 en 1883-1884 twee blokken (Blok H en I), door sommigen woon­kazernes genoemd, ontworpen door stads­architect Bastiaan de Greef. In 1914-1916 bouwden ze nog twee blokken (Blok K en L), tussen het Barentsz­plein en de Van Lin­schoten­straat. Ze werden in de jaren 1970 en 1990 gereno­veerd en zijn sinds 2016 gemeen­te­lijke monumenten. De AVA richtte in 1933 de Woning­stichting Labor op, die in 1975 eigenaar werd van de panden van de AVA — in 1992 fuseerde die met Woning­bouw­vereniging Eigen Haard.

Dirk Hartoghstraat, Amsterdam, gezien vanaf de kant van de Houtmankade

Dirk Hartogh­straat gezien vanaf de kant van de Houtman­kade richting Van Lin­schoten­straat (juli 2022).

Straatnamen in de Zeeheldenbuurt

  • Barentszplein – Willem Barentsz (1550-1597) was een Nederlands zee­vaarder, carto­graaf en ont­dekkings­reiziger. Hij maakte drie reizen om een noord­ooste­lijke route naar China te vinden, waar­bij hij Nova Zembla, Beren­eiland en Spits­bergen bereikte. In de winter van 1596, op zijn derde expeditie, strandde hij met zijn bemanning op Nova Zembla — slechts 12 bemannings­leden over­leefden en keerden terug naar Holland.
  • Barentszstraat – zie hierboven.
  • Bokkinghangen – Vernoemd naar de schuren waarin gezouten haring boven een vuur van eikenhout werd gerookt om te conserveren.
  • Dirk Hartogstraat – Dirk Hartogh (1580-1621) was een Nederlandse zeeman en ont­dekkings­reiziger, de eerste Europeaan die de west­kust van Australië bereikte.
  • Houtmankade (ooste­lijke kade) – Cornelis de Houtman (1565-1599) was een Neder­landse koop­man en zee­vaarder, die het bevel had over de eerste expeditie naar Indië.
  • Roggeveenstraat – Jacob Roggeveen (1659-1729) was een Neder­landse ont­dekkings­reiziger die werd uit­gezonden om Australië te bereiken, maar die in plaats daarvan Paas­eiland, Bora Bora, Maupiti en Samoa vond.
  • Van Linschotenstraat – Jan Huygen van Linschoten (1563-1611) reisde met de Portu­gezen naar India, waar hij 6 jaar op Goa door­bracht. Hij kwam in Neder­land terug in 1592, met een schat aan informatie over handel, scheep­vaart­routes en specerijen, gekopieerd uit de Portugese geheime documenten. Hij vestigde zich in de stad Enkhuizen. Zijn boek Itinerario uit 1596 stelde Cornelis de Houtman in staat om Java te bereiken, wat het begin was van de Nederlandse koloniale handel.
Eerste pagina uit de Itinerario en portret van Jan Huygen van Linschoten door Theodor de Bry

Links: pagina uit de Itinerario (Konink­lijke Biblio­theek). Rechts: Jan Huygen van Linschoten door Theodor de Bry (Rijks­museum).

  • Van Diemenstraat – Antonio van Diemen (1593-1643) was gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. Van Diemens­land in Australië is naar hem vernoemd, in 1856 werd het hernoemd naar Tasmanië.
  • Van Diemenkade – Dit is de andere kant van de Van Diemen­straat, aan het water van de Oude Hout­haven.
  • Van Heemskerckstraat – Jacob van Heemskerck (1567-1607) was een Neder­landse ont­dekkings­reiziger en vice-admiraal, die samen met Barentsz de winter op Nova Zembla over­leefde. Later maakte hij nog een aantal reizen naar Indië. In 1607 had hij het bevel over een oorlogs­vloot die de Spanjaarden versloeg in de Slag bij Gibraltar, waarbij hij zelf werd gedood. Hij ligt begraven in de Oude Kerk.
  • Van Neckstraat – Jacob Cornelisz van Neck (1564–1638) was een Neder­landse zee­vaarder die van 1598 tot 1599 de tweede Neder­landse expeditie naar Indië leidde. Hij was een aantal keer burge­meester van Amsterdam en stond bekend als een (voor die tijd) fatsoen­lijk en beschaafd mens, in tegen­stelling tot bij­voor­beeld de latere J.P. Coen. Zijn bemanning begon met het afmaken van de dodo’s op het eiland Mauritius — die vogels waren 50 jaar later uit­ge­storven door de ratten en varkens die met de schepen meekwamen.
  • Zoutkeetsgracht (noordelijke kade) – Vernoemd naar de zoutketen en zoutpakhuizen die hier in de 17e eeuw stonden. De noordelijke kade is nu helemaal 20e-eeuwse gebouwen, op drie pakhuizen na, die rijksmonument zijn.
  • Zoutkeetsplein – Kreeg de naam in 1913 en werd in 2005 her­inge­richt. Op het plein staat het kunstwerk Apentafel van Merijn Bolink (1967). Op nummer 1-7 een woonblok uit 1881, ontworpen door architect A.W. Kramer.
  • Silodam – Vernoemd naar de graan­silo’s op de strekdam, nu appar­tementen. Silo Korthals Altes stamt uit 1896, de Betonnen Silo uit 1952. Appartementen­complex MVRDV stamt uit 1998-2002.
Silodam, Amsterdam, gezien vanaf het IJ

Silodam gezien vanaf het IJ. Betonnen Silo, Korthals Altes silo en MVRDV apparte­menten­complex (augustus 2022).

Zoutkeetsgracht

Deze gracht is vernoemd naar de zout­keten die hier vanaf 1615 verschenen. In de 18e eeuw werden de zout­keten geleide­lijk vervangen door woningen en pak­huizen. Veel  aan de haven gerela­teerde bedrij­vig­heid verhuisde in de 19e eeuw van de Zout­keets­gracht naar de Hout­haven. In 1863 werd hier een grote brood­fabriek neer­gezet, die in 1896 werd her­bouwd na een grote brand. Nadat in 1961 de brood­fabriek was gesloopt, kwamen hier rond 1976 woningen.

Noordelijke kade van de Zoutkeetsgracht, Amsterdam, vanaf de Petemayenbrug richting Zoutkeetsplein

Noordelijke kade van de Zout­keets­gracht, gezien vanaf de Petemayen­brug richting Zout­keets­plein in het westen (juni 2022).

Barentszplein

Het Barentszplein ligt aan het begin van de Van Diemen­straat bij de Silodam. Het plein kreeg zijn naam in 1878 en er werd in 1910 een grote kinder­speel­plaats op aan­gelegd, de Zuider­speel­tuin. Tot 1879 stond hier het bolwerk Blaauw­hoofd. Op de noordhoek van het plein staat het gebouw IJside uit 2010, met ervoor het beeld Islanded van Anneke de Witte. Een plaquette vóór dat beeld geeft de plek aan waar het vroegere bolwerk stond (onder­deel van de Bol­werken­route). Net ten zuiden van het plein ligt Bokking­hangen.

Bokkinghangen

De Bokking­hangen is maar 50 m lang, gelegen tussen het Barentsz­plein en de Zout­keets­gracht, vernoemd naar de haring­rokers die zich hier na  1652 vestigden. Gezouten haring werd hier in schuurtjes opge­hangen en boven een vuur van eiken­hout gerookt. Deze vis­rokers veroorzaakten veel over­last voor de buurt met hun rook en reuk, dus werden ze altijd aan de rand van de stad gevestigd, bij de oude stadsmuur. Vandaag de dag is er helemaal niets over van de oude gebouwtjes, er zijn alleen nog maar nieuwe woonblokken.

De Petemayenbrug van Zandhoek naar Bokkinghangen, Amsterdam, in 1893, foto van Jacob Olie

De Petemayenbrug van Zandhoek naar Bokking­hangen, foto uit 1893 van Jacob Olie (1834-1905) (Stads­archief Amsterdam).

Bokking was een belangrijk en goedkoop volks­voedsel, rijk aan vitamine A, D en B12. Omdat er toen maar weinig manieren waren om voedsel langer houdbaar te maken, bleef bokking tot eind 19e eeuw populair. Er waren drie variëteiten: kort gerookt (zachte bokking, bleef een paar dagen goed), iets langer gerookt (taaie bokking, bleef een paar weken goed) en lang gerookt (harde bokking, bleef een paar maanden goed). Van die laatste soort werden miljoenen geëxporteerd, het meest naar Duitsland. Er was ooit een speciale bokking­markt op het Koningsplein.

Zoutkeetsplein, Amsterdam, gezien in oostelijke richting langs de Barentszstraat

Zoutkeetsplein gezien in oostelijke richting langs de Barentsz­straat (juli 2022).

Zoutkeetsplein

Dit plein kreeg zijn naam in 1913 en werd in 2005 heringericht. Dit was ooit de plek waar bolwerk De Bogt stond, onderdeel van de 17e eeuwse verdediging. Een plaquette laat zien waar dit vroegere bolwerk (met windmolen) stond. Het heette De Bogt omdat de stads­muur hier met een knik naar het zuiden afboog. Zowel dit bolwerk als het bolwerk Leeuwen­burg (bekend als Blaauw­hoofd) op het huidige Barentsz­plein waren ondanks hun kanonnen eigen­lijk niet zo indruk­wekkend — weinig meer dan een aarden heuveltje met een laag stenen bekleed, aan de rand van het IJ.

Kijkje vanaf het Zoutkeetsplein naar het zuiden langs het Westerkanaal, Amsterdam

Kijkje vanaf het Zoutkeetsplein naar het zuiden langs het Westerkanaal (Houtmankade) (juli 2022).

Het Zoutkeetsplein grenst aan het Wester­kanaal, in 1893 gegraven op bevel van de regering, als verbinding tussen de Singel­gracht en het IJ. Dit kanaal kliefde de Zeehelden­buurt in tweeën en daarmee verdwenen ook de laatste resten van het Wester­plantsoen uit 1844, Amsterdam’s eerste open­bare park.

Op het plein staat sinds 2005 het kunstwerk Apentafel, in brons en RVS, van Merijn Bolink (1967). Op Zout­keets­plein 1-7 woningen uit 1881, ontworpen door architect A.W. Kramer.

Kunstwerk Aptentafel van Merijn Bolink op het Zoutkeetsplein, Amsterdam

Kunstwerk Apentafel van Merijn Bolink op het Zout­keets­plein (juli 2022).

Van Diemenstraat

Aan de Van Diemen­straat (vóór 1878 Barentsz­kade geheten) lieten particu­lieren en bedrijven grote pak­huizen bouwen. Eerste in 1896 was het Neder­landsche Veem, gevolgd door pakhuis Koelit in 1898 en in 1913 door een groep van zes pakhuizen voor de Deli Maat­schappij. Pak­huis Koningin Emma stamt uit 1914. Deze pak­huizen werden via de achterkant (aan de Van Diemen­kade) bevoor­raad vanuit schepen, aan de voorkant (de Van Diemen­straat) was een spoor­weg­lijntje om de goederen verder te trans­porteren.

Vroegere Koningin Emma pakhuis aan de Van Diemenstraat, Amsterdam

Het vroegere Koningin Emma pak­huis aan de Van Diemen­straat (juli 2022).

Het Koningin Emma Veem uit 1914 op de Van Diemen­straat 20-200 werd in 1987 bedrijvencomplex Y-Tech. De vroegere pak­huizen van de Deli Maat­schappij uit 1912-1914 op de Van Diemen­straat 206-380 werden kantoorgebouw Y-Point in 1990. Het Oranje Nassau Veem uit 1898 op de Van Diemen­straat 412 is nu Werk­gebouw Het Veem. Alleen de zuid­oost­kant van de straat heeft woningen.

Rond 1870 werd hier veel thee, cacao, suiker, koffie, rubber, leer en tabak uit Azië opgeslagen. Zelfs coca­bladeren uit Java werden geïmporteerd — vanaf 1902 stond er een Neder­landsche Cocaïne-Fabriek (NCF) op de Eerste Schinkel­straat 30. Aan de westkant van de straat ligt de Wester­keer­sluis, een brug die de Van Diemen­straat met de Tasman­straat verbindt, onderdeel van de autoroute rond het centrum.

Muurschildering De Roggeveen van Klaartje Bruyn op de Van Diemenstraat, Amsterdam

Muurschildering De Roggeveen, naar gravures van ontdekkingsreizigers, ontworpen door Klaartje Bruyn in 2018 (maart 2022).

Pakhuis Het Veem

Pakhuis Het Veem (voorheen Oranje Nassau) is een gebouw van geel baksteen op de Van Diemenstraat 410. Het stamt uit 1898 en is ontworpen door architecten Foeke & Roel Kuipers. De goederen werden door grote zeeschepen aangevoerd via de haven aan de Van Diemenkade. Het gebouw werd in 1914 opnieuw ingedeeld.

Achterkant van het Nederlandsche Veem aan de Van Diemenkade, Amsterdam, in 1950

Achterkant van het Neder­landsche Veem aan de Van Diemen­kade in 1950, vanaf de Oude Hout­haven (Stads­archief Amsterdam).

Nadat veembedrijf Pakhoed in 1978 het pand had verlaten, stond het eerst een paar jaar leeg. In 1981 werd het gekraakt en ver­bouwd tot een pand met 70 werk­plaatsen (met lage huur, bedoeld voor artiesten en kleine bedrijfjes), een theater en een restaurant. De krakers kochten het gebouw van de stad voor 1 gulden, sloten een lening van 1 miljoen gulden af en reno­veerden de binnen- en buiten­kant (met subsidie van staat en stad). Het gebouw is nu een Rijks­monument en Gemeente­lijk monument.

Van Diemenstraat bij de Westerkeersluisbrug, Amsterdam

Van Diemenstraat bij de Wester­keer­sluis­brug. De gebouwtjes uit 1915 waren woningen voor de opzichters van de Oude Hout­haven, erachter zie je het Pont­steiger gebouw. Het groene gebouw links is het kantoor van de brugwachter uit 2004. (juli 2022).

Oude Houthaven

Vóór de 13e eeuw heette dit gebied buiten de zee­dijk de Over­braker Buiten­polder, door een lage zomer­dijk beschermd, met gras­land en een paar buiten­huizen langs de dijk. De Oude Hout­haven werd hier in 1876 uitgegraven om deel te worden van het IJ, met acht smalle havenbassins, afgewisseld met brede stroken land om het hout op te slaan. Het Noord­zee­kanaal, dat rond diezelfde tijd werd gegraven, gaf Amsterdam een directe scheep­vaart­verbinding naar het westen en de Noordzee. In 1878 werd dit deel van de haven verder naar het noorden uit­gebreid.

Van Diemenkade, Amsterdam, gezien naar het westen

Van Diemenkade gezien naar het westen (juli 2022).

Het hout uit Finland, Zweden en Rusland kwam hier als boom­stammen aan. Het werd bij elkaar gebonden tot vlotten, die dan een tijd in het water bleven liggen om de kwaliteit te verbeteren. Vervolgens werden ze in grote open loodsen neer­gelegd om te drogen. Kleinere schepen trans­por­teerden de stammen dan weer naar de zagerijen. Na de Eerste Wereld­oorlog begonnen de expor­terende landen de stammen meer zelf te zagen — en toen betonnen hei­palen de houten steeds meer vervingen, verdween ook de bedrijvigheid in de houthaven vrij snel.

Van Diemenkade, Amsterdam, met de vroegere pakhuizen van de Deli Maatschappij

Van Diemenkade, nog steeds naar het westen gezien. Links de vroegere pakhuizen van de Deli Maat­schappij (juli 2022).

Na de Tweede Wereld­oorlog werd het transport over water minder, veel van de vroegere haven­bassins werden geplempt en de hout­bedrijven vertrokken. Tijdens de aanleg van de metro­lijn 52 (Noord-Zuidlijn, 1999-2018) werd het uitgegraven zand hier gedumpt, waardoor de diepte van het water afnam tot een paar meter, ongeschikt voor grotere schepen. Drie pieren zijn er nu nog over: pier A wordt gebruikt als aanleg­steiger voor de woon­boten van voor­malige schippers, pier B en C worden als wacht­steigers gebruikt voor commerciële binnen­vaart­schepen.

Silodam, Amsterdam, gezien over de Oude Houthaven

Silodam gezien over de Oude Hout­haven (juli 2022).

Silodam

De Silodam is een 300 m lange strekdam tussen het IJ en de Hout­havens, ooit gebouwd om de hout­haven tegen de golf­slag van het IJ te beschermen. De strek­dam is vernoemd naar de twee grote graan­silo’s die er op staan: de stenen Korthals Altes silo uit 1896 (van archi­tecten J.F. Klinkhamer en A.L. van Gendt) en de er­naast gelegen Betonnen silo uit 1952. Beide silo’s werden in 1987 buiten bedrijf gesteld en daarna een tijd door krakers bezet, voordat ze tussen 1997 en 2001 werden verbouwd tot appartementen. De bak­stenen silo is sinds 1996 een Rijks­monument.

Gezicht vanaf de Oude Houthaven, Amsterdam, op de Korthals Altes silo en de Betonnen silo

Gezicht vanaf de Oude Hout­haven naar de Korthals Altes silo en de Betonnen silo (maart 2022).

Aan het eind van de strekdam staat het kleur­rijke moderne apparte­menten­complex Silodam, met het uiter­lijk van een container­schip, gebouwd in 1998-2002, ontworpen door MVDRV-architecten. Onder de strek­dam ligt een parkeer­garage met liften, voor 214 auto’s van bewoners. Door het apparte­menten­complex loopt een publiek toe­ganke­lijke wandel­route. Er loopt ook een steiger om het gebouw heen, die leidt naar een soort terras met een prachtig ver­gezicht over het IJ.

Het MVDRV apartementencomplex op de Silodam, Amsterdam, gezien vanaf de Oude Houthaven

Het MVDRV appartementencomplex gezien vanaf de Oude Hout­haven (maart 2022).

Kijkje over de Oude Houthaven, Amsterdam, met Pontsteiger, Amsterdam Noord en Silodam

Oude Houthaven. Links een deel van het Pont­steiger­gebouw, recht vooruit Amsterdam Noord, rechts de Silodam (juli 2022).

Travelers' Map is loading...
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.