Gate of the original Schouwburg, Keizersgracht, Amsterdam

The Dylan op de Keizersgracht 384

Op de Keizers­gracht 384 vind je Hotel The Dylan en Restau­rant Vinkeles. De toegangs­poort is uit 1638 en hoorde bij de eerste Amsterdamse Schouw­burg, gebouwd in 1617 en ontworpen door Jacob van Campen. De poort en het nog bestaande gebouw zijn een Rijks­monument. Jacob van Campen ontwierp later ook het Amsterdamse stadhuis (nu Konink­lijk Paleis) op de Dam, gebouwd tussen 1648 en 1665.

Toegangspoort uit 1638 van de eerste Amsterdamse Schouwburg, Amsterdam

Toegangs­poort uit 1638 van de Amsterdamse Schouw­burg uit 1617, ontworpen door architect Jacob van Campen.
Nu is dit Hotel The Dylan en Restaurant Vinkeles (mei 2021).

Op de cartouche boven de poort het woord Schouburg. De regel eronder is van dichter en toneel­schrijver Joost van den Vondel (1587-1679).

De weereld is een speeltooneel
elck speelt zyn rol en kryght zyn deel

De tekst lijkt verdacht veel op de beroemde regels uit Shakespeare’s toneel­stuk As You Like It uit 1599:

All the world’s a stage,
and all the men and women merely players;
They have their exits and their entrances,
and one man in his time plays many parts

De oude Stadsschouwburg op de Keizersgracht, Amsterdam, detail van een kaart uit 1737 van Gerrit de Broen

Onder de lens de oude Stads­schouw­burg, kaart uit 1737 van Gerrit de Broen (Allard Pierson Museum – Speciale Collecties UvA).

De oude Amsterdamse Stadsschouwburg

In 1617 werden de drie kavels voor de Schouw­burg gereser­veerd en begon de bouw van de eerste (houten) schouwburg in de stad. In 1638 werd dat houten gebouw vervangen door een bak­stenen exemplaar met een nieuwe poort. Het gebouw werd in 1664 uitge­breid en nog een keer in 1765, waardoor het twee keer zo groot werd. Na 1665 liep het theater bijna helemaal door tot aan de Prinsen­gracht.

Het Amsterdamse theater was vorm­gegeven, naar het voor­beeld van het Teatro Olimpico in Vicenza (in Noord-Italië), door architect Philips Vingboons (1607-1678). Vingboons ontwierp heel wat stads­paleizen in Classicistische stijl in Amsterdam gedurende de Gouden Eeuw. Een aan­grenzende tuin, door Coster in 1620 gekocht, werd in de pauzes als foyer gebruikt. Na nog weer een uit­breiding in 1765 werd het theater de Nieuwe Schouwburg genoemd en werden de toegangs­prijzen flink verhoogd.

Keizersgracht theater, vóór de brand in 1772, tekening van Willem Writs

Keizersgracht theater, vóór de brand in 1772, gezien vanaf het toneel. Tekening van Willem Writs (Stads­archief Amsterdam).

Brand & vervanging

De oude schouwburg werd bijna helemaal verwoest door brand in 1772, alleen de toegangs­poort en het aan­grenzende gebouw bleven gespaard. Weinig voor­zichtige dubbele toneel­verlichting — bestaande uit kaarsen en vetlampen — zorgden dat toneel en decor vlam vatten. Het vuur, dat in tijd van een kwartier een uitslaande brand werd, vernielde 22 huizen in de omgeving van het theater. Het vuur was zo fel dat het tot in Den Haag, Utrecht en op Texel te zien was. Achttien mensen kwamen om, waaronder een aantal welge­stelde Amsterdammers, zoals mw. Texeira de Mattos, die op die avond naar zeggen juwelen ter waarde van ƒ20.000 droeg (nu ongeveer €175.000).

In 1774 werd ter vervanging van het theater op de Keizers­gracht 384 op het Leidseplein een (eerst nog houten) nieuwe stads­schouwburg neergezet. Die schouwburg brandde ook al af, in februari 1890 — de huidige bak­stenen Stads­schouw­burg op het Leidse­plein dateert uit 1894.

Brand in de oude Amsterdamse stadsschouwburg in 1772, gravure van Noach van der Meer

De brand die de oude Amsterdamse Stads­schouw­burg in de as legde op 11 mei 1772, gezien vanaf de Keizers­gracht.
Gravure van Noach van der Meer (Rijksmuseum).

Kerk & theater, een moeilijk samengaan

De Amsterdamse arts en toneel­schrijver Samuel Coster was toegewijd aan het theater. Samen met schrijver Gerbrand Adriaens­zoon Bredero (1585-1618) richtte hij in 1617, naar Italiaans voorbeeld, een Academie op, waar theater en wetenschap voor het volk in de eigen taal moest worden gepromoot. De eigenaren van de grond, de Calvinis­tische regenten van het Burger­wees­huis en het Oude Man­huis, financierden de bouw. In ruil daarvoor zouden ze één-derde van de netto opbrengsten van het theater krijgen, die ongeveer ƒ10.000 (€85.000 nu) per jaar bedroegen.

Beeldjes op de muur van de binnenplaats van Hotel The Dylan, Keizersgracht 384, Amsterdam

Beeldjes op de muur van de binnenplaats (januari 2022).

De Calvinistische regenten beklaagden zich al gauw bij de burge­meester over de wetenschap­pelijke lessen die door niet-Protestanten (Mennonieten) werden gegeven, net als over het gebrek aan fatsoen en religieus besef in de toneelstukken, die ze lang niet stichtelijk genoeg vonden. Bescherming van P.C. Hooft (1581–1647), zelf een schrijver en drost van Muiden, hield ze een tijdje in toom. Maar toch werd in 1622 het bestuur van het theater aan de regenten van de gods­huizen gegeven, die toen dus konden beslissen over uitgaven, kostuums en decors. Het kerk­bestuur probeerde zelfs de uit­voering van het toneel­stuk bij de opening van het nieuwe stenen theater — Gijsbreght van Aemstel — tegen te houden, maar dat lukte ze niet.

Binnenplaats van Hotel The Dylan, Amsterdam

De binnenplaats van Hotel The Dylan (januari 2022).

Van liefdadigheid naar hotel

Na de brand in 1772, door de Calvinisten gezien als een teken van God om dit godde­loze instituut te laten vallen, besloten ze om het terrein en de geblakerde resten te verkopen. Zo werd dit terrein, dat van 1622 tot 1772 in het bezit was geweest van het Burger­weeshuis en het Oude Manhuis, verkocht aan het RCOAK, het Rooms-Catholieke Oude Armen­kantoor, een lief­dadig­heids­instelling. Zij bouwden hun kantoor op het binnen­terrein in het herstelde huis van de kastelein van het theater, met een extra vleugel eraan in 1773.

Achter het huis was een klein pleintje met een poort aan de achter­kant. Daar tegen­over was vanaf 1787 de bakkerij van het instituut, in gebruik tot 1811, waar het brood werd gebakken om aan de armen uit te delen. Duizenden arme katholieke Amsterdammers kregen bedeling van het RCOAK. Ze ontvingen elke week wat brood, turf, gort, erwten en geld. Maar deze arme lieden gingen niet door de poort aan de Keizers­gracht naar binnen, maar door een kleine achter­ingang aan de Prinsen­gracht. In 2001 verhuisde het RCOAK naar het hofje uit 1618 “Liefde Is Het Fondament” aan de Keizers­gracht 334-346, een stuk verderop op de gracht. Dat hofje, ook bekend als het Claes Reyniersz­hofje, is een gemeente­lijk monument.

Ingang van Hotel The Dylan, Amsterdam, op de binneplaats

Ingang van Hotel The Dylan, op de binnenplaats achter de poort (januari 2022).


De oude gebouwen achter de poort werden in de jaren 1970 en 1980 gerestaureerd, de ovens van de bakkerij werden bij de constructie in 1975 intact aan­ge­troffen. Van 1999 tot 2005 was dit Blakes Hotel, sinds 2005 zit hier Hotel The Dylan (met Bar-Brasserie Occo) en Restaurant Vinkeles, dat in de oude bakkerij is gevestigd. Het hotel is vernoemd naar schrijver Dylan Thomas (1914-1953) uit Wales.

Hotel The Dylan, Amsterdam, gezien vanaf Keizersgracht

Hotel The Dylan, gezien vanaf de oneven kant van de Keizers­gracht (januari 2022).

Keizersgracht, Amsterdam, gezien door de poort van Hotel The Dylan

Zicht op de Keizers­gracht door de poort van Hotel The Dylan (januari 2022).

Website Hotel The Dylan: https://www.dylanamsterdam.com/nl/

Travelers' Map is loading...
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.