City Pawn Bank, Amsterdam

Stadsbank van Lening

De Amsterdamse Stads­bank van Lening is een pandjes­huis uit 1614 aan de Oude­zijds Voor­burg­wal 300, met een ingang achter op de Nes 57, de oudste offi­ciële krediet­ver­strekker in Amsterdam. Tegen­woordig werken er zo’n 85 mede­werkers, hier, op de erbij horende veiling en in de bij­kantoren op het Bijlmer­plein en het Osdorp­plein. Ooit namen ze vrijwel alles aan wat je maar kon bedenken (kleren, textiel, handels­waar, huis­raad), maar sinds 2016 accep­teren ze alleen nog maar juwelen, goud, zilver, diamanten en horloges.

De Stadsbank van Lening uit 1614 op de Oudezijds Voorburgwal 300, Amsterdam

Stadsbank van Lening uit 1614 op de Oude­zijds Voor­burg­wal 300 (juli 2022).

De tekst boven de toegangs­poort, geschreven door Balthazar Huydecoper in 1740, vermeldt:

Hebt gy noch geld, noch goed: gaa deze deur voorby.
Hebt gy ’t laatste, en mist gy ’t eerste, kom by my.
Geef pand, ik geef u geld. waarom zoude ik u borgen?
Of is ’t u niet genoeg dat gy van ’t mynen teert?
Maar eyst gey u pand terug, zo dient ge in tyds te zorgen,
Dat my myn hoofdsom, met de rente wederkeert.
Zo help ik u en my, en toon, aan de onderzoekers
Van myn geheymen, ’t graf des eervergeeten woekers.

Stadsbank van Lening, Amsterdam, detail van een kaart uit 1625

Onder de lens de Leen­banck, detail van een kaart uit 1625 van Balthasar Florisz van Bercken­rode. ZZW boven (Rijks­museum).

Om een bezoek aan het pandjes­huis te omschrijven (wat niet als heel eervol werd gezien) werden verschil­lende eufe­mismen gebruikt: “Ome Jan bezoeken” en “de stoep der schande beklimmen”, in plaats van “naar de lommerd gaan” (van Lombarden, de Noord-Italiaanse pandjes­bazen die het verpanden introdu­ceerden). De Lommert­brug die naar de Bank van Lening leidde werd schertsend de “Brug der Zuchten” genoemd, hoewel hij in niets lijkt op de beroemde brug in Venetië.

Lommertbrug, Amsterdam, over de Oudezijds Voorburgwal

De “Brug der Zuchten” over de Oude­zijds Voor­burg­wal, officieel de Lommertbrug (Brug nr. 203) (juli 2022).

Rente & stigma

De weerzin tegen het berekenen van rente bestond in veel verschil­lende culturen. In de 4e eeuw spraken de Christe­lijke concilies zich er tegen uit, in 789 verbood Keizer Karel de Grote het in reke­ning brengen van rente in een wet. De Italiaanse dichter Dante Alighieri bracht de woeke­raars onder in de zevende cirkel van de hel. De lief­dadig­heid van de rijke Itali­aanse families in de Renais­sance kwam deels voort uit schuld­gevoelens vanwege hun grote winsten uit rente. De kerk stelde zich op het standpunt dat het in rekening brengen van ook maar een cent rente kwalijk was. Dit stigma duurde voort tot ver in de 16e eeuw, toen de lokale kerk of een rijke familie vaak de enige bronnen van kapitaal waren. Veel land­bouwers kochten hun land met hypotheken verstrekt door een klooster.

De deur op de Oudezijds Voorburgwal 300, Amsterdam, met de tekst uit 1740

De deur op de Oude­zijds Voor­burg­wal 300 met de tekst uit 1740 (juli 2022).

De Lombarden

Gedurende de kruis­tochten (1100-1300) groeide de handel met de Ara­bische wereld en begonnen Itali­aanse steden met het ver­strekken van krediet tegen onderpand. Kredieten werden aan­vanke­lijk voor­name­lijk door Joodse bankiers verstrekt, die niet gebonden waren aan de decreten van de kerk. Toen de paus in de 11e eeuw deze praktijk weer toe­liet, stapten ook Italianen in deze handel. In de 13e eeuw, toen de kerk opnieuw het rekenen van rente veroor­deelde, trokken veel van deze leen­bazen noord­waarts. Omdat ze meestal uit de provincies Lombardije en Piemonte kwamen, werden ze bijna overal Lombarden genoemd. Ze vestigden zich in 1477 ook in Amsterdam.

De geldwisselaar en zijn vrouw, schilderij uit 1514 van Quinten Massys in het Louvre, Parijs

De geld­wisselaar en zijn vrouw, schilderij uit 1514 van Quinten Massys (1466–1530) (Louvre, Parijs).

De Italiaanse geld­wisse­laars gebruikten een banca (tafel of toon­bank in het oud-Italiaans) op de vele jaar­markten, waar­langs ze samen met de koop­lieden door heel West-Europa trokken. Ze intro­du­ceerden de “lettera di pagamento” (brieven van betaling) — in principe een lening met rente — en gaven leningen tegen onderpand. Ze gaven ook geld tegen inge­brachte panden, op het laatst voor­name­lijk aan armere mensen. Hun gewoonte om veel te veel rente te rekenen (soms tot 80% op jaar­basis in slechtere tijden) werd uit­einde­lijk ook hun onder­gang, toen veel steden beper­kingen gingen opleggen en het uit­delen van leningen over­namen. De oor­sprong van de term bank­roet komt ook van deze Lombarden: wanneer ze niet aan hun financiële ver­plichtingen konden voldoen of slecht functio­neerden, dan werd hun tafel vernietigd, “banca rotta” in het Italiaans, gebroken toonbank.

Stadsbank van Lening op de Oudezijds Voorburgwal, Amsterdam

Stadsbank van Lening op de Oude­zijds Voor­burg­wal (juli 2022).

Amsterdam & woekeraars

De stad probeerde in 1547 voor het eerst om de pandjes­bazen te reguleren en verdrijven, maar dat lukte nog niet echt. Na de Protestantse Alteratie in 1578 werden striktere maat­regelen genomen, want de Gereformeerden hadden een enorme hekel aan de woeke­raars. Sommige parti­cu­liere pandjes­huizen kregen een vergunning, de aller­slechtste werden verboden. Om de particu­liere woeke­raars verder de wind uit de zeilen te nemen tegen te gaan richtte de stad in 1614 zijn eigen pandjes­huis op. De Stads­bank van Lening hanteerde rente­tarieven tussen de 8% en 16% en gebruikte eventuele winsten voor het betalen van de armenzorg. Andere steden volgden later het Amster­damse voorbeeld.

Oudezijds Voorburgwal 300-298, Amsterdam, tekening van H.P. Schouten uit 1775

Drie gebouwen van de Stads­bank van Lening op de Oude­zijds Voor­burg­wal 300-298. Rechts de Enge Lombardsteeg. Tekening van H.P. Schouten (1747-1822) uit 1775 (Collectie Atlas Split­gerber, Stads­archief Amsterdam).

Bergen van Barm­hartig­heid

Al in de 15e eeuw waren in sommige Italiaanse steden zogenaamde Bergen van Barm­hartig­heid opgericht (Latijn: mons pietatis, leen­banken), ter bescher­ming van mensen die in finan­ciële nood verkeerden. De eerste werd in Perugia geopend in 1462, opge­richt door Francis­caner monniken. Deze leen­banken streefden geen winst na en waren voor­name­lijk bedoeld om de parti­cu­liere leen­banken tegen te gaan. Uit­einde­lijk stond de kerk hen toe om rente te berekenen, ten­einde deze instituten over­eind te houden.

In Amsterdam werd in 1643 de Desolate Boedel­kamer opge­richt, die bemiddelde tussen geld­schieter en schulde­naar, waarbij beiden ver­ant­woor­de­lijk werden gehouden voor de over­matige lening. Wanneer de schulde­naar al zijn bezit­tingen had verkocht, werd de schuld vereffend verklaard en moest de schuld­eiser eventueel over­blijvend verlies accepteren. In 1893 werd in Neder­land de Failisse­ments­wet aan­genomen — wanneer iemand zijn schulden niet kan voldoen en tenminste twee schuld­eisers heeft, kunnen diens bezit­tingen verkocht worden en hij of zij failliet worden verklaard. Tot op de dag van vandaag gelden deze condities nog steeds bij leningen.

Ingang van de Stadsbank van Lening op de Nes 57, Amsterdam

Ingang van de Stads­bank van Lening op de Nes 57. Op de cartouche hoger op de gevel bij de eerste verdieping staat de tekst: “Anno 1614 de XXIX april gheschieden hier de erste beleeninghe” (juli 2022).

De plek van de Stadsbank van Lening

Waar nu de Stads­bank van Lening staat was oor­spronke­lijk een veen­plas die uit­waterde op het Rokin. De plas werd gedempt toen de Oude­zijds Voor­burg­wal werd aan­gelegd. Hier begon in 1407 het klooster van Sint Maria Mag­dalena — in 1422 werd op deze plek een nieuw klooster gebouwd. De af­waterings­sloot naar het Rokin werd in 1550 over­kluisd en daarop werden de Enge Lombard­steeg en de Wijde Lombard­steeg aan­ge­legd, een turf­pakhuis werd aan de kant van de steeg neer­gezet. Na 1579 werd het klooster gebruikt door het Leprozen­huis. In 1613 nam de stad de noorde­lijke vleugel en het pak­huis over om daarin de Bank van Lening te vestigen. Het huis aan de Nes (uit 1890) werd later aan het complex toe­gevoegd. Het hoofd­gebouw aan de Oude­zijds Voor­burg­wal werd in 1669 neer­gezet als ver­vanging voor de oude klooster­vleugel, de oude toe­gangs­poort werd in de gevel verwerkt.

Schematische plattegrond van de gebouwen van de Stadsbank van Lening, Amsterdam

Het complex van de Stadsbank van Lening (Zuid is boven).

Wisselend inkomen

Boven de toegang aan de Enge Lombard­steeg staat geschreven: “Tot behulp van den noodt druftigen is hier gestelt DE BANCK VAN LEENINGE voor een cleijn gelt”. Alleen waren de echt behoef­tigen daar natuur­lijk niet mee geholpen, omdat dit alleen maar werkte als je ook eerst iets had om te verpanden. De meeste mensen hadden in die tijd geen vast inkomen, want die hadden seizoens­gebonden werk of tijde­lijke baantjes. Koop­lieden en ambachts­lieden hadden ook sterk wisselende inkomsten.

Ingang van de Stadsbank van Lening aan de Enge Lombardsteeg, Amsterdam

Ingang van de Stads­bank van Lening aan de Enge Lombard&hsy;steeg (juli 2022).

Je gezin van onder­dak, voedsel en kleren voor­zien was in die om­standig­heden vaak een hele uit­daging. Veel families knoopten de eindjes aan elkaar door regel­matig kleine zaken naar de lommerd te brengen, kleren of winterjassen, of zondagse kleren voor kerk­bezoek gedurende de week — die dan na betaal­dag op vrijdag weer werden gelost. In kleren die werden verstrekt door wees­huizen, scholen en insti­tuten werden merkjes gebor­duurd om tegen te gaan dat ze naar de lommerd werden gebracht. Voor al die­genen die niet op familie of buren konden terug­vallen waren dit soort korte­termijn­leningen van levens­belang.

De Nes, Amsterdam, met de Bank van Lening, kijkend naar het zuiden

De Nes met de Stads­bank van Lening, kijkend naar het zuiden richting Grim­burg­wal (juli 2022).

Travelers' Map is loading...
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.