Spinoza
Op de Zwanenburgwal, bij de Stopera (het gecombineerde Amsterdamse Stadhuis en Operagebouw) staat een standbeeld van Baruch Spinoza (1632-1677), een Nederlandse filosoof van Portugees-Sefardische komaf. Hij was één van de eerste denkers van de Verlichting, met modernere definities van het zelf en het universum, auteur van menige kritieke kijk op de bijbel. Hij wordt beschouwd als één van de grote rationele denkers van de 17e eeuwse filosofie — een vooraanstaand filosoof in de Nederlandse Gouden Eeuw, voorstander van totale vrijheid van denken, religie en meningsuiting, wat hem niet door zijn tijdgenoten in dank werd afgenomen.
Portugese Joden in Amsterdam
Tijdens de Portugese Inquisitie (1536) werden veel Sefardische Joden gedwongen bekeerd of verbannen uit het Iberische schiereiland. Aangetrokken door de Akte van Tolerantie die in 1579 bij de Unie van Utrecht was opgesteld (hoewel die voornamelijk bedoeld was om Nederlandse Calvinisten te beschermen), trokken veel Portugese Joden — eerder gedwongen bekeerd tot het katholicisme — naar Amsterdam in 1593 en daar bekeerden ze zich meteen weer tot het Judaïsme. In 1639 kregen ze toestemming om een officiële synagoge te bouwen op de Houtgracht (het huidige Waterlooplein).
In 1615 gaven de Staten van Holland en West-Friesland Hugo de Groot (Nederlands humanist, diplomaat, rechtsgeleerde, theoloog, dichter en toneelschrijver) opdracht om een stel regels en bepalingen op te stellen voor de Joden. Hij beredeneerde dat de plicht van gastvrijheid voor vreemdelingen het grondbeginsel was voor het recht op asiel, ongeacht religie. De Joden kregen de vrijheid om (privé en in besloten kring) hun godsdienst te beleven, zo lang ze tenminste maar niet probeerden christenen te bekeren of besnijden. Deze gevluchte Portugese Joden waren meestal behoorlijk welvarend en ook heel trots op hun afkomst en erfgoed. Met hun uitstekende opleiding en ook nog eens succesvolle en ervaren kooplieden, droegen ze veel bij aan de toenemende welvaart in Amsterdam.
Spinoza’s grootvader Isaac de Spinoza kwam uit Lissabon en ging met zijn familie naar Nantes in Frankrijk, van waaruit ze ook veel contact hadden met Joods-Portugese kooplieden in Amsterdam. Toen ze ook uit Frankrijk werden verbannen in 1615 verhuisden ze naar Rotterdam. Na de dood van Isaac gingen Spinoza’s vader en oom naar Amsterdam. Spinoza’s oom Miguel was een succesvol koopman en werd bewaker van de synagoge en van de Joodse School.
Een moderne filosoof in de 17e eeuw
Spinoza was aanvankelijk geïnspireerd door de ideeën van René Descartes, maar had ook veel kritiek op hem. Spinoza’s filosofie is uniek, een combinatie van Cartesiaanse metafysica met elementen van stoïcisme en Joods rationalisme. Hij schiep een morele filosofie met naturalistische ideeën over God, de wereld en de mens, die hij zag als een van nature begaafd wezen, met de vrijheid om al dan niet zijn talenten te ontwikkelen. Hij zag het menselijk bewustzijn en het menselijk lichaam als goddelijke energie die je moest accepteren. Zelfzucht moest door de rede in bedwang worden gehouden, zodat men echte vrijheid kon vinden in het leren begrijpen van God’s wil.
Cherem, verbannen uit de Joodse gemeenschap
In 1656 sprak de synagoge een cherem (banvloek) uit tegen “Baruch espinoza” toen hij 23 jaar oud was. Dit betekende dat hij was verstoten uit de Joodse gemeenschap en dat zelfs zijn familie geen contact met hem mocht hebben. De exacte redenen voor de ban waren niet duidelijk (door de vage omschrijving), maar ze kunnen verband hebben gehouden met het feit dat Spinoza een beroep had gedaan op een Nederlandse wet om onder de schuldbeladen erfenis van zijn vader uit te komen. Dat was tegen het Joodse gebruik in en hij bracht daarmee de hele Joodse gemeenschap in diskrediet. Spinoza’s oordeel over het Judaïsme als een bekrompen dogmatisch geloof zal ook niet echt hebben geholpen.
Meer dan 350 jaar nadat de Portugees-Joodse gemeenschap in de stad Baruch Spinoza in de ban deed en zijn geschriften voor de eeuwigheid verbood, liggen ironisch genoeg zijn boeken nu te koop in de souvenirwinkel van de synagoge. Maar de banvloek is nog steeds niet opgeheven, ondanks pogingen en verzoekschriften om deze ban ongedaan te maken. De rabbijn redeneerde dat Spinoza nooit had verzocht de ban op te heffen door zich te verontschuldigen en dat zijn ideeën bovendien de grondbeginselen van hun religie ondermijnden.
Voeg daar nog eens bij zijn verwaarlozing van de Joodse gebruiken, zijn omgang met Hollandse vrijdenkers, zijn uitgesproken kijk op de Thora als door mensen geschreven in plaats van door God ingegeven en zijn weigering om de Joden als God’s enig verkozen volk te zien — zijn ideeën over God, de ziel en de Joodse wet moeten zowel voor Joden als voor Christenen heel veel op atheïsme hebben geleken. Het is ook waarschijnlijk dat de banvloek tegen Spinoza bedoeld was om aan Protestants Amsterdam te laten zien dat de Joodse gemeenschap onenigheid en onrust wilde vermijden, zodat hun relatieve vrijheid en veiligheid overeind bleef.
Persoonlijk leven
Zijn tijdgenoten omschreven Spinoza als een zachtmoedig, rustig en bescheiden mens. Hoewel hij felle kritiek uitte op de letterlijke interpretatie van de Bijbel door tijdgenoten, vonden zijn vrienden hem een gelovig mens, hoewel bepaald ondogmatisch. Behalve latere verzinsels is er eigenlijk maar weinig bekend over zijn persoonlijke leven. Spinoza bleef ongetrouwd. Hij verdiende de kost met het maken van lenzen voor microscopen, vergrootglazen, verrekijkers en telescopen. Chistiaan Huygens, Theodor Kerckring en Gottfried Wilhelm Leibniz prezen de kwaliteit van zijn lenzen.
Gevlucht voor de vijandigheden in Amsterdam, woonde hij in 1661 in Rijnsburg, waar hij een kleine maar trouwe groep vrienden had. Hij ging daarna naar Voorburg en woonde van 1671 tot zijn dood in 1677 in Den Haag. In 1676 bracht Leibniz hem een bezoek en hadden de twee filosofen lange gesprekken. Spinoza, die aan tuberculose leed, stierf aan de longziekte silicosis, waarschijnlijk als gevolg van het inademen van fijn glasstof tijdens het slijpen van lenzen.
Werken
Zijn Tractatus Theologico-Politicus werd in 1670 anoniem gepubliceerd — hij bepleit daarin vrijheid van meningsuiting, religieuze tolerantie en een onafhankelijk rechtssysteem, naast een logische analyse van de Bijbel. Het boek eindigt met het prijzen van de vrijheden die Amsterdam zijn burgers boodt. Niettemin werd in 1674 het boek verboden in de Nederlandse Republiek op bevel van Stadhouder Willem III van Oranje.
Zijn boek Ethica (Ethica Ordine Geometrico Demonstrata), voltooid in Den Haag, is zijn belangrijkste werk, gepubliceerd na zijn dood in 1677. Het boek begint met een uitleg van Spinoza’s metafysica, overal gebruikmakend van wiskundige elementen, lijkend op de methode van Euclides. Het beschrijft God als één substantie van waaruit alle natuurlijke en geestelijke wetten voortvloeien.
Albert Einstein
In 1929 stuurde Rabbijn Herbert Goldstein een telegram naar Einstein met de vraag “Gelooft u in God?”. Einstein schreef als antwoord terug:
Ik geloof in de God van Spinoza, die zichzelf openbaart in de wetmatige harmonie van het heelal, en niet in een God die zich bemoeit met het lot en de handelingen van mensen.
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.