Rijksmuseum building, Amsterdam

Rijksmuseumgebouw

Toen het neo­gotische Rijks­museum­gebouw op het Museum­plein in 1885 werd geopend was er best veel kritiek op het ontwerp in het voor­name­lijk protestantse land. De katholieke architect Pierre Cuypers (die ook het Centraal Station ontwierp, gebouwd in 1881-1889) had een nogal kerk­achtig gebouw gemaakt met veel torens, gewelfde plafonds, muur­schilderingen en glas-in-lood-ramen — het werd dan ook al vrij snel “de kathedraal van Cuypers” genoemd. De toen­malige Koning Willem III (1817-1890) weigerde zelfs om de opening te verrichten en zei dat hij nooit één voet in “dat klooster” zou zetten (wat hij dan ook nooit deed).

De zuidkant van het Rijksmuseum, Amsterdam

De zuidkant van het Rijksmuseum (oktober 2021).

Cuypers ontwierp het gebouw als twee vierkanten, elk met een eigen binnenplaats, met grote torens op de hoeken en aan de voorkant. Hij ontwierp ook alle ornamenten en versieringen binnen en buiten, evenals de tuinen rond het gebouw, aangelegd tussen 1884 en 1916, omringd door een smeedijzeren hek.

Toevoegingen & renovaties

Na de opening werd het museum een aantal keren heringedeeld en uitgebreid:

  • De villa (oorspronkelijk het huis van de museumdirecteur) werd in 1885 toegevoegd. Hier woonden de directeuren tot 1945, nu wordt het gebouw door de curatoren gebruikt.
  • De Cuypersbibliotheek, de grootste kunsthistorische bibliotheek van het land, werd in 1885 toegevoegd.
Kijkje in de Cuypersbibliotheek in het Rijksmuseum, Amsterdam

De Cuypersbibliotheek in het Rijks­museum (april 2022).

  • De Nachtwachtkamer werd in 1906 aangelegd.
  • Het Fragmenten­gebouw werd tussen 1890 en 1897 opgebouwd uit fragmenten en gevel­stenen van een aantal gesloopte Neder­landse gebouwen, vergroot in 1904. In 1909 werd hier het Drucker­gebouw aan toe­gevoegd voor de 19e eeuwse kunst, vergroot in 1916. Dit deel heet nu de Philips­vleugel (vernoemd naar de sponsor), gerenoveerd in 1996. Tijdens de grote museum­renovatie vanaf 2003 was dit tijdelijk de hoofd­tentoon­stellings­ruimte. De vleugel werd, samen met een restaurant en café, met het hoofd­gebouw verbonden in 2013.
  • De Teekenschool uit 1892 werd in 1924 gerenoveerd. Hier oefenden tekenleraren lespraktijk tot 1966, toen ze naar de Rietveldacademie verhuisden bij het Stadionplein.
Rijksmuseum, Amsterdam, gezien vanaf de Ruysdaelkade, met links de Teekenschool

De zijkant van het Rijksmuseum, gezien vanaf de Ruysdaelkade. Links de Teekenschool, hoek Hobbemastraat (juni 2020).

  • De Nachtwachtkamer en de Eregalerij werden in 1984 gerenoveerd.
  • Het Aziatisch Paviljoen in de tuinen bij de vijver, tussen het hoofdgebouw en de zuidelijke uitbreiding, werd ontworpen door Cruz y Ortiz en opende in 2013.
Vijver en Fragmentengebouw vanuit het Aziatisch Paviljoen, Rijksmuseum, Amsterdam

Kijkje op de vijver en het Fragmentengebouw vanuit het Aziatisch Paviljoen (oktober 2022).

  • In 2003 begon een totale restauratie en her­inrichting, ontworpen door de Spaanse architecten Cruz y Ortiz. Veel onder­delen werden weer in oor­spronke­lijke staat terug­gebracht, het hele gebouw kreeg een nieuw klimaat­beheersings­systeem, de twee binnen­plaatsen werden gekoppeld en de kelder werd om­gevormd tot een auditorium. De ingang kreeg een glazen dak en een hangende houten constructie om de geluids­weer­kaatsing te dempen. Het vernieuwde gebouw heropende in 2013. De totale kosten waren toen zo’n € 375 miljoen.
Atrium in het Rijksmuseum, Amsterdam, met ingang en glazen muur met zicht op de passage

Oostkant van het Atrium met de ingang en de glazen muur met zicht op de passage (maart 2023).

Hoe het museum begon

Het eerste Rijksmuseum (toen Nationale Kunstgalerij genoemd) stond in Den Haag rond 1800, in Paleis Huis ten Bosch (nu de woning van koning en koningin) — de collectie bestond uit zo’n 200 schilderijen en objecten, afkomstig uit de collecties van de stadhouders en de voormalige VOC. Het eerste schilderij dat werd aangekocht om de collectie uit te breiden was De Bedreigde Zwaan van Jan Asselijn.

Rijksmuseum, Amsterdam, tussen 1890 en 1905, met lege Stadhouderskade en Museumbrug

Rijksmuseum tussen 1890 en 1905, met lege Stadhouderskade en Museumbrug (Photochrom Collection, Library of Congress).

De Franse Koning van Holland, Lodewijk Napoleon, een enthousiaste beschermheer en verzamelaar van kunst, verplaatste de collectie in 1808 naar de bovenverdieping van het Paleis op de Dam, noemde het Koninklijk Museum en opende het voor het publiek in 1809, met gratis toegang. Hij voegde de belangrijkste schilderijen van de stad eraan toe, waaronder Rembrandt’s Nachtwacht. Nadat Keizer Napoleon zijn broer Lodewijk in 1810 van de Nederlandse troon had verwijderd, liet hij de hele stadhouderscollectie naar Parijs brengen. De schilderijen kwamen in 1815 terug, aanvankelijk in het Mauritshuis in Den Haag.

De Bedreigde Zwaan, schilderij van Jan Asselijn van rond 1650

De Bedreigde Zwaan, schilderij van Jan Asselijn van rond 1650 (Rijks­museum).

Nadat Napoleon in 1813 was verslagen en Willem I uit Engeland was teruggekomen en zichzelf tot koning uitriep, werd het museum verplaatst naar het Trippenhuis op de Kloveniersburgwal in 1816. Dat gebouw was niet bepaald ideaal voor een museum en werd al snel te klein toen de collectie groeide, al helemaal nadat de Amsterdamse bankier Adriaan van der Hoop 224 schilderijen aan de stad naliet in 1854. In 1862 begon een stichting met plannen voor een museum met kunst die tot het Nederlands cultureel erfgoed hoorde.

Linkervoorkant van het Rijksmuseum, Amsterdam, 's avonds

Linkervoorkant van het Rijksmuseum ’s avonds (oktober 2022).

Begin van het gebouw

Na een prijsvraag werden de verschillende ontwerpen afgekeurd omdat ze het budget overschreden. De regering reserveerde toen extra geld in 1872. Amsterdam zou de benodigde grond gratis geven, bracht ook nog wat geld in en beloofde om de gemeentelijke schilderijen permanent in bruikleen te geven aan het nieuwe museum. Pierre Cuypers won een tweede prijsvraag en in 1877 begon de bouw door het slaan van 8.000 heipalen. Het museum opende in 1885 terwijl het werk aan de buitenkant nog bezig was. Zo’n 150 schilderijen uit Paviljoen Welgelegen kwamen ook naar het nieuwe Rijksmuseum.

De zuidestkant van het Rijksmuseum, Amsterdam, gezien vanuit de tuin

De zuidwestkant van het Rijksmuseum gezien vanuit de tuin (maart 2020).

De buitenkant van het Rijksmuseum

Behalve de inhoud is het gebouw zelf het ook waard om beter te bekijken, vanwege de vele versieringen, beelden en tegeltableaus. Vergeet dus niet om af en toe omhoog te kijken als je rond het gebouw loopt, er zijn veel grote en kleine details te ontdekken. Alle ornamenten en versieringen in renaissancestijl werden ook door Cuypers ontworpen.

Twee details van het Rijksmuseumgebouw, Amsterdam, ornamenten op een boog en op een regenpijp

Links een detail op de zuidkant, rechts een ornament op een regenpijp (juni 2021).

Bart van Hove en François Vermeylen zouden de beelden vervaardigen, Georg Sturm zou de tegeltableaus doen en William F. Dixon de glas-in-lood-ramen. De gevel en de torens zijn versierd met friezen waarin de zegels van Nederlandse steden, de tegeltableaus op de buitenmuren beelden belangrijke momenten van de Nederlandse beschaving uit. Borstbeelden en namen van kunstenaars staan op de buitenmuren.

Twee details van het Rijksmuseumgebouw, Amsterdam, ornamenten op een pilaar en op een regenpijp

Links een detail op de noordkant (mei 2021), rechts een detail op de zuidkant (maart 2022).

Op de voorgevel (de noordkant) staan de beelden Arbeid en Bezieling door Van Hove, helemaal bovenaan een beeld van de Romeinse godin Victoria door Vermeylen, gegoten door de Compagnie des Bronzes uit Brussel.

Eregalerij in het Rijksmuseum, Amsterdam, kijkend naar het zuiden

Eregalerij in het Rijksmuseum, kijkend naar het zuiden (februari 2022).

Het Rijksmuseum van binnen

De gewelven zijn versierd met allegorische figuren en nationale helden, muurdecoraties tonen aspecten van de Nederlandse kunst. De Nachtwacht heeft zijn eigen kamer (bijna een altaar) aan het eind van de Eregalerij, Rembrandt’s initialen op de muur en pilaren. Vergeet ook niet af en toe een blik te werpen op het gedetailleerde metselwerk en de fraaie terrazzo vloeren.

De binnenhal bij de Klokkentoren in het Rijksmuseum, Amsterdam

Kijkje op de binnenhal bij de Klokkentoren in het Rijksmuseum (februari 2022).

De Rijksmuseumpassage

Eén van de meest in het oog springende onderdelen van het museum is de passage onder het gebouw door, waar ook de ingangen van het museum zijn en waar elke dag talloze fietsers en voetgangers gebruik van maken. De stad wilde dat het nieuwe gebouw als een soort poort ging fungeren richting een geplande luxe villawijk ten zuiden, op het Museumplein (maar die kwam er nooit).

Rijksmuseum Passage gezien naar het Museumplein, Amsterdam

Rijksmuseum Passage gezien naar het Museumplein (juni 2021).

Stadsplanner Jacob van Niftrik had een uitbreidingsplan voor het gebied gepresenteerd in 1866, waarbij het museum 400 m naar het zuidoosten lag ten opzichte van de huidige plek, met de nieuwe centrale weg ernaast. Het stadsbestuur verwierp het plan omdat het te kostbaar zou zijn en keurde een goedkoper plan van Jan Kalff goed, die het museum over de weg heen zette — op die manier zou de stad meer kostbare grond naast het museum overhouden om te verkopen.

Uitgang van de Rijksmuseum Passage aan de kant van het Museumplein, Amsterdam

Uitgang van de Rijksmuseum Passage aan de kant van het Museumplein, het Druckergebouw rechts (juni 2021).

Voor het ontwerp van het Rijksmuseum stelde de stad als harde voorwaarde dat er een publieke passage moest komen. Protesten van de architect en museumdirecteur haalden niets uit, het stadsbestuur gaf geen krimp. Zo kwam er dus een 40 m brede weg onder het museum door. Oorspronkelijk was deze doorgang (Museumstraat) open voor alle soorten verkeer, bekend als de kortste snelweg van Nederland. Er waren zelfs plannen geweest voor een paardentram langs deze route, maar die werden niet uitgevoerd.

Zuidelijke uitgang van de Rijksmuseum Passage, Amsterdam

Uitgang van de Passage aan de zuidkant (juli 2022).

Vanaf 1931 werd auto- en vrachtverkeer niet langer toegestaan onder het museum, vanwege de trillingen die schade veroorzaakten aan het gebouw en de kunstwerken. De passage bleef wel open voor fietsers en voetgangers. In de jaren 1980 was er een plan om een trambaan over de Museumstraat aan te leggen, maar dat plan werd ook weer versnipperd vanwege de mogelijke schade door trillingen en de hevige protesten van de omwonenden.

Ingang aan de zuidkant van de Rijksmuseum Passage, Amsterdam, bij nacht

Ingang aan de zuidkant van de Rijksmuseum Passage, Amsterdam, bij nacht, kijkend naar het noordoosten (juli 2022).

In de loop der jaren hebben veel museumdirecteuren gelobbyd om de passage af te sluiten en bij het museum te trekken. Tijdens de grote renovatie van 2003 tot 2013 gingen de heftige discussies over de fietsstraat door, maar uiteindelijk wonnen de fietsers en bleef de passage voor hen open. De fietspaden werden naar het midden verplaatst en de museumingangen naar de breder gemaakte zijkanten. Onder de passage ligt een gang die de twee binnenplaatsen aan weerskanten (het Atrium) met elkaar verbindt. Glazen muren gunnen fietsers en voetgangers een blik op het Atrium binnen en museumbezoekers een kijkje op de Passage en de voorbijgangers.

Uitgang aan de zuidkant van Rijksmuseum Passage, Amsterdam, met glas-in-lood-ramen

Uitgang aan de zuidkant van de Passage, met glas-in-lood-ramen (juni 2021).

Straatmuzikanten en vioolspelers (vaak studenten van het Amsterdamse conservatorium) maken graag gebruik van de passage vanwege de prachtige akoestiek.

Uitgang voor de Nachtwacht

Er zit een sleuf in het plafond van de passage aan de zuidkant, de Nachtwachtsleuf, waardoor de nogal grote Nachtwacht (en andere schilderijen) snel en veilig naar buiten kunnen in geval van calamiteiten. Museumdirecteuren lieten deze sleuf in 1934 aanbrengen, toen Adolf Hitler aan een opmars was begonnen in Duitsland. In 1939 — een jaar voor de Tweede Wereldoorlog begon — verdwenen de Nachtwacht en veel andere schilderijen hier doorheen om te worden opgeslagen in de mergelgrotten bij Maastricht. Daarna hoefde de sleuf niet meer gebruikt te worden, behalve tijdens de renovatie van 2003 tot 2013, waarna de Nachtwacht weer op zijn vertrouwde plek terugkwam.

Rembrandt's Nachtwacht, Rijksmuseum, Amsterdam, met platform gebruikt tijdens de publieke restauratie

Rembrandt’s Nachtwacht, ervoor het platform gebruikt tijdens de publieke restauratie van het schilderij (februari 2023).

De collectie van het Rijksmuseum

De collectie van het Rijksmuseum bevat meer dan 1 mijoen objecten, waarvan er steeds zo’n 8.000 worden getoond in meer dan 80 zalen. Er zijn ongeveer 5.000 schilderijen van Nederlandse meesters, veel beelden, prenten en gravures en een grote collectie Aziatische kunst.

Twee keer het interieur van het Rijksmuseum, Amsterdam, bij de Vlaggentoren

Twee kijkjes in het interieur van het gebouw bij de Vlaggentoren (februari & november 2022).

Overigens: alle objecten in het Rijksmuseum zijn eigendom van de staat, behalve dan de Nachtwacht en veel andere schilderijen uit de originele Amsterdam Collectie. Die zijn nog steeds eigendom van de stad, alleen permanent in bruikleen gegeven aan het museum. De tekst bij die schilderijen geeft het dan ook aan: “In bruikleen van de Stad Amsterdam”.

Rijksmuseum, Amsterdam, gezien vanaf de Van Baerlestraat over het Museumplein

Rijksmuseum gezien vanaf de Van Baerlestraat over het Museumplein (augustus 2020).

Travelers' Map is loading...
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.