Rasphuispoort, Heiligeweg, Amsterdam

Rasphuispoort op de Heiligeweg

Op de Heilige­weg, tegenover de Voet­boog­straat, bij de zijingang van de Kalver­passage, staat een poort die ooit toegang af tot een verbeter­instituut voor mannen, het Rasphuis. De poort stamt uit 1603 en is een Rijks­monument. Hij werd ontworpen in de stijl van het Maniërisme door architect Hendrick de Keyser (1565-1621). Dit was de buitenste poort van het complex, de binnen­poort is verloren gegaan. De beelden bovenop de poort stammen uit de late 17e eeuw.

Rasphuispoort op de Heiligeweg, Amsterdam

Rasphuispoort op de Heilige­weg (december 2021).

Clarissenklooster

Vóór de Protestantse Alteratie in 1578 was dit het klooster van de Clarissen (een Franciscaner orde), één van de laatste kloosters die aan Amsterdam werden toegevoegd. De kavels waren al in 1495 gekocht, maar Amsterdam zag geen heil in nog een klooster binnen de al overbevolkte stad en probeerde de oprichting tegen te houden door de gilden te verbieden om opdrachten van de nonnen aan te nemen. Maar de zusters begonnen toch in een paar al bestaande gebouwen op het terrein. In 1509 werd de zaak in een rechtszaak beslist en kreeg de orde toestemming om 800 m² terrein in gebruik te nemen, wel met een maximale kloostergrootte van 30 nonnen.

Clarissenklooster, Heiligeweg, Amsterdam, op een schilderij van Jan Micker uit 1652

Onder de lens het Clarissen­klooster op de Heilige­weg, naar de situatie van 1538. Links de oude stadsmuur (nu Singel) met de Reguliers­poort (nu Munt­toren) op het Munt­plein. Vlak daaronder de Kalver­straat, onder de lens rechts de Heiligeweg. Detail van een schilderij van Jan Micker (1599 –1664) uit 1652, naar een kaart uit 1544 van Cornelis Anthonisz (Amsterdam Museum).

Na 1579, hoewel het klooster officieel opgeheven was, bleven sommige nonnen er wonen, samen met nonnen van andere opgeheven kloosters, waarvoor huizen werden gebouwd in de klooster­tuin, inclusief straten. Veel Clarissen verhuisden naar Portugal, in dezelfde tijd dat veel Portugese Joodse vluchtelingen naar Amsterdam kwamen. Het klooster werd eerst een zieken­boeg voor soldaten, maar het werd in 1590 ontruimd. Het hoofd­gebouw werd omgebouwd tot het Rasphuis.

Het Rasphuis

Toen het klooster in 1596 een peniten­tiaire inrichting voor mannen werd was dit ook een verandering in het denken over misdaad en straffen: men vond het beter om jonge misdadigers aan het werk te zetten in plaats van ze in het openbaar te geselen of terecht te stellen. Helaas verwerd dit ideaal­beeld al snel tot een wreed systeem van dwang­arbeid met maximaal winst­bejag. De mannen werden aan het werk gezet om brazielhout (pernambuco) te raspen, een uitputtend karwei, want het was een heel harde houtsoort. De zaagsels werden gebruikt om rode verfstof uit te koken voor de vele textiel­ververijen in de stad. Het stads­bestuur wist zelfs een monopolie te verkrijgen op het vervaar­digen van braziel­zaagsel.

Binnenplaats van het Rasphuis op de Heiligeweg, Amsterdam, gravure uit 1612

De binnen­plaats van het Rasp­huis op de Heilige­weg, uit een topo­grafische atlas, 1612. Let op het gezin in het midden: een bezoek aan dit soort instellingen vond men in die tijd een leuk en leerzaam uitje voor de kinderen (Stads­archief Amsterdam).

Het regime in de instelling was behoorlijk streng en begon steeds meer trekjes van uit­buiting te vertonen, lijf­straffen waren een dagelijks schouwspel. Ook werden steeds meer volwassen mannen tot werken in het Rasphuis veroordeeld toen de winsten uit de dwang­arbeid groter werden. Er was ook nog een geheime afdeling waar mensen hun onhandel­bare of ongewenste gezins­leden tegen betaling voor een paar jaar konden laten opsluiten voor “heropvoeding” — die gevangen kregen in ieder geval wel beter te eten.

Gezicht op het Rasphuis aan de Heiligeweg, Amsterdam, in 1663

Gezicht op het Rasphuis aan de Heilige­weg in 1663 (Stads­archief Amsterdam).

Het Rasphuis was ook een bekende (toeristische) attractie in de stad, die tegen een kleine toegangs­prijs kon worden bezocht, om te laten zien wat er gebeurde als je je niet gedroeg — tijdens kermissen was de toegang gratis. Het Rasphuis werd in 1815 opgeheven, het monopolie op de grondstof voor de verf had de stad na de Franse bezetting verloren. In 1892 werd er aan de Amstel­veense­weg een nieuwe gevangenis geopend en waren inrichtingen zoals het Rasphuis overbodig geworden.

De Rasphuispoort

Bovenop de poort in het Latijn Castigatio (Afstraffing), eronder een citaat in het Latijn van de Romeinse moralist uit de 1ste eeuw Seneca: Virtutis Est Domare Quae Cuncti Pavent (Het is een deugd om te temmen wat vrees inboezemt). Het reliëf boven de poort laat een kar zien, volgeladen met braziel­hout, getrokken door leeuwen, een beer, een wolf en een wild zwijn. Een voerman met een zweep houdt ze in toom.

Bovenste deel van de Rasphuispoort, Heiligeweg, Amsterdam

Bovenste deel van de Rasphuis­poort (december 2021).

Oorspronkelijk stond er een timpaan op met het Amsterdamse stads­wapen en twee leeuwen. Dat werd rond 1700 vervangen door de huidige beelden­groep, het ontwerp ervan ook toege­schreven aan De Keyser. Ze tonen de Amsterdamse stede­maagd, een schild met het stads­wapen op haar knie, een zweep in haar rechterhand. Links en rechts van haar twee naakte geketende mannen. Tegen een negatief advies in gaf de stad toestemming om de gemetselde zij­delen uit de 17e eeuw, die de poort met de ernaast gelegen muren verbonden, af te breken om de toegang tot het winkel­centrum beter zichtbaar te maken. Commerciële belangen wonnen het weer eens van het bewaren van de historische context.

Rasphuispoort op de Heiligeweg, Amsterdam, zijingang van het winkelcentrum

Rasphuispoort, zij-ingang van het winkel­centrum (december 2021).

Heiligewegbad

In 1896 werd het Rasphuis­gebouw afgebroken en vervangen door een zwembad, het Heilige­wegbad. Het werd gebouwd op de fundering van het klooster en het Rasphuis en heeft 91 jaar dienst gedaan, van 1896 tot 1987. De stad nam het bad in 1935 over, renoveerde het en voegde een 25 meter wedstrijd­bad toe. In de jaren 1930 waren er stoom­baden, Turkse baden en ontspannings­ruimtes onder het zwembad.

Binnenkant van het Heiligewegbad, Amterdam, in 1960

Binnenkant van het Heilige­wegbad in 1960 (Nationaal Archief).

Er kwam nog een renovatie in 1960. Het stadsbestuur besloot in 1983 om het zwembad te sluiten, vanwege een enorm tekort in de exploitatie. Een stichting van particu­lieren hield het zwembad open door toevoegen van een restaurant, sportzaal en schoonheids­salon. Niettemin viel in 1987 het doek door faillissement. Daarna werd het zwembad een tijdje voor theater­producties gebruikt. In 1991 werd het bad afgebroken en in 1997 werd het veranderd in een winkel­centrum, nu de Kalverpassage.

Travelers' Map is loading...
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.