Prinsenhof (The Grand)
De plek waarop nu Hotel The Grand staat aan de Oudezijds Voorburgwal 197-199, tussen de Prinsenhofsteeg en de Agnietenstraat, heeft een rijke geschiedenis en heeft in de loop van de tijd vele functies gehad: wat begon als twee nonnenkloosters in de 14e eeuw, werd in 1578 een logement voor belangrijke gasten van de stad, het Prinsenhof. Vervolgens werd het stadhuis, daarna hoofdkwartier van de Amsterdamse Admiraliteit, de volgende 180 jaar weer stadhuis, voordat het in 1988 Hotel The Grand werd. Het complex van gebouwen is een Rijksmonument.
Het timpaan laat de de gekroonde Nederlandse leeuw zien met twee gekruiste ankers, geflankeerd door Gerechtigheid en Mars, plus instrumenten voor navigatie en een haan. Symbolen van voorspoed en handel staan aan weerszijden, met Neptunus op een dolfijn en Triton op een zeepaard — plus natuurlijk de Amsterdamse Stedemaagd. De beeldhouwwerken zijn van Jan Gijseling Senior, gemaakt naar een schets van architect Salomon de Bray, die het Prinsenhof in 1661 voor de Admiraliteit verbouwde. Windvanen op de schoorstenen zijn versierd met een koggeschip.
Het Catharijneklooster en Ceciliënklooster (1411-1578)
Binnen de middeleeuwse stadsmuren had Amsterdam een groot aantal kloosters, met ommuurde binnenplaatsen en kloostertuinen, die zo’n 18% van de grond in de oude stad bezet hielden. De nonnen van deze twee kloosters huurden de grond van het middeleeuwse Oude Nonnenklooster (het huidige Binnengasthuis aan de Grimburgwal). Het Catharijneklooster lag aan de zuidkant van het huidige hotelterrein, het Ceciliënklooster aan de noordkant. Het Ceciliënklooster, waarschijnlijk tussen 1342 en 1352 opgericht, wordt in officiële documenten genoemd in 1411. De orde werd in 1585 opgeheven.
Het aangrenzende Catharijneklooster werd in 1412 voor het eerst officieel in documenten genoemd. Dat klooster stond ook op gehuurd terrein, ingeklemd tussen het Ceciliënklooster en het Agnietenklooster — maar het had ook veel terreinen aan de Kloveniersburgwal in eigendom. Een aantal stadsbranden hebben helaas de documenten vernietigd die meer licht hadden kunnen werpen op de geschiedenis van dit klooster.
Prinsenhof, gasthuis voor VIPs (1578-1656)
Toen bij de protestantse Alteratie van 1578 het katholieke stadsbestuur de stad uit werd gejaagd, werden alle katholieke eigendommen en kloosters onteigend en kregen ze een nieuwe bestemming. Het terrein van deze twee kloosters kreeg ook een nieuwe functie: logement voor belangrijke gasten die de stad aandeden. De gebouwen van het oude klooster aan de noordkant werden verbouwd en opgeknapt en de kapel werd een schermschool. Die werd in 1758 afgebroken, maar de kerktoren (dakruiter genoemd) werd gespaard en hergebruikt — hij staat er vandaag nog steeds.
Tijdelijk stadhuis (1652-1656)
In 1652 brandde het uit de 14e eeuw stammende eerste stadhuis op de Dam tot de grond toe af. Het vroegere kloostercomplex werd toen vier jaar lang tijdelijk gebruikt als stadhuis, tot in 1655 de eerste delen van het nieuwe stadhuis op de Dam (nu Koninklijk Paleis) klaar waren.
Amsterdamse Admiraliteit (1656-1795)
Oorspronkelijk waren er vijf Admiraliteiten in de Nederlandse Republiek, opgericht tijdens de Tachtigjarige Oorlog met Spanje (1568-1648). De Amsterdamse Admiraliteit werd in 1578 gesticht, toen de stad eindelijk de kant koos van de opstand tegen de Spaanse overheersers. Deze admiraliteit was verantwoording verschuldigd aan de Staten-Generaal, niet aan de stad Amsterdam. Tot 1795 was de organisatie van de oorlogsvloot en alle zaken die met de zee verband hielden in handen van de Admiraliteit, die ook de belastingen hief voor de kustlijnversterkingen.
De voormalige kapel van het klooster werd in 1597 het hoofdkantoor van de Amsterdamse Admiraliteit. Toen het nieuwe stadhuis op de Dam (Koninklijk Paleis nu) af was en de ambtenaren daarheen verhuisden in 1656, nam de Admiraliteit het hele kloostercomplex over. In 1662 lieten ze een nieuw hoofdgebouw bouwen midden tussen de twee oude kloosterterreinen in. Hun belangrijke medewerkers woonden ook op het terrein met hun families. De façade van dit hoofdgebouw is nu de ingang van het hotel, de vleugels zijn nog de oude kloostergebouwen. In 1795, toen Nederland werd ingenomen door de Fransen, betekende de Napoleontische overheersing het einde van alle vroegere Admiraliteiten – ze werden toen vervangen door een nationale marine.
Amsterdams Stadhuis (1808-1988)
In 1806 benoemde de Franse Keizer Napoleon zijn broer Lodewijk tot Koning van Holland, die toen het stadhuis op de Dam als zijn nieuwe paleis claimde. Het stadsbestuur werd uit het gebouw op de Dam gezet in nam toen zijn intrek in het Prinsenhof. Het interieur werd een aantal keren drastisch verbouwd. In 1817 werd de ingang helemaal vernieuwd.
Nieuwe vleugel aan het gebouw (1924-1926)
De toevoeging van de zogenaamde Nieuwe Vleugel was een uitbreiding die tussen 1924 en 1926 werd gerealiseerd in de stijl van de Amsterdamse School, ontworpen door de stadsarchitecten A.R. Hulshoff en N. Lansdorp. Het was één van de laatste uitingen van die stijl. De gevel volgt de bocht in de gracht en eindigt met een hogere uitbouw.
De beeldhouwwerken in graniet aan de buitenkant zijn gemaakt door Hildo Krop (1884-1970). Deze uitbreiding van het stadhuis was overigens als tijdelijk bedoeld, dat wil zeggen tot een nieuw stadhuis zou zijn gebouwd — de indeling binnen werd een flink aantal keren gewijzigd. Aan het interieur en de aankleding werkten veel kunstenaars mee. Twee huizen die door Philip Vingboons waren ontworpen moesten eraan geloven bij de bouw van de uitbreiding.
Toen het stadsbestuur in 1986 naar de Stopera vertrok, maakten veel mensen zich zorgen om de toekomst van het oude gebouw en de kunstschatten die erin te zien waren. Een raadsbesluit wees het geheel toen aan als cultureel erfgoed. Deze locatie was dus als stadhuis in gebuik van 1808 tot 1986 — gedurende die 180 jaar zijn hier heel veel Amsterdamse stellen getrouwd (waaronder mijn ouders).
Hotel The Grand (1988-nu)
Nu het stadsbestuur vertrokken was naar de Stopera, werd dit oude stadhuis van 1988 tot 1992 getransformeerd in Hotel The Grand. Binnen zijn nog steeds heel veel oude zaken te vinden, want de hoteleigenaren spaarden kosten noch moeite bij de renovaties. De belangrijkste kamers werden tot in de kleinste details hersteld, inclusief meubels in Amsterdamse School-stijl uit de jaren 1920. De indrukwekkende kamers en interieurs kunnen nog steeds worden bewonderd tijdens dagelijkse rondleidingen voor hotelgasten.
Decoraties in de Trouwkamer van Chris Lebeau
In de vroegere Trouwkamer Eerste Klasse zijn prachtige glas-in-loodramen, wand- en plafondschilderingen te zien uit 1927, van de hand van Chris Lebeau (1878-1945), Nederlands ontwerper, schilder en anarchist.
Tijdens de Duitse bezetting was hij actief bij het vervalsen van documenten en het helpen van Joodse medeburgers, waarvoor hij in 1943 gearresteerd werd. Hij wees de mogelijkheid af om te worden vrijgelaten, omdat hij weigerde te beloven om op te houden met het doen van dingen die de Duitsers als illegaal bestempelden. Hij stierf in het concentratiekamp Dachau in april 1945, één maand voordat Nederland werd bevrijd.
Toen de schilderingen werden onthuld werden ze niet zo goed ontvangen en gewaardeerd, terwijl ze nu als van onschatbare waarde voor de stad worden gezien. De kamer kan nog steeds voor huwelijksvoltrekkingen worden geboekt.
Website van Hotel The Grand: https://www.sofitel-legend-thegrand.com/nl/
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.