P.W. Janssenhofje
Dit hofje in de Da Costabuurt ging in 1895 open. Het was bedoeld als gratis huisvesting voor arme families en alleenstaanden van alle gezindten en heette aanvankelijk de Nederlandsch–Duitsche Stichting. Het startkapitaal kwamen van de rijke stichter en filantroop P.W. Janssen. Het hofje had 10 huizen met 56 woningen, die gratis onderdak boden aan 91 bewoners — er waren 8 tweekamerwoningen en 48 éénkamerwoningen, met een beheerder die verantwoordelijk was voor het onderhoud en die ervoor moest zorgen dat iedereen zich aan de regels van het hofje hield.
Verandering van eigenaar & renovaties
Vier huizen naast het hofje moesten door verhuur een deel van de kosten dekken. Toen dat niet genoeg bleek werd er nog een rijtje huizen vlakbij gebouwd met hetzelfde doel. Bij een grote renovatie in 1977 werden de huizen veranderd in 48 tweekamerwoningen. Tegen die tijd werd voor de woningen inmiddels huur gevraagd, maar zelfs met susbsidie kwam de stichting flink rood te staan en werd uiteindelijk in 1979 opgeheven.
In 1991 werden het hofje en de schulden overgenomen door de Algemene Woningbouw Vereniging. Zij verhuurden de woningen aan alleenstaande mannen en vrouwen boven de 55 met een laag inkomen. Toen kreeg het hofje ook pas de naam van de oprichter, die oorspronkelijk zijn naam niet zo prominent tentoon wilde stellen. Bij de renovatie van 1977 waren de originele ramen, deuren en versieringen verwijderd, maar dat werd weer hersteld in 2009.
Peter Wilhelm Janssen
P.W. Janssen (1821-1903) was geboren op het Duitse eiland Wangerooge (ten noorden van Bremerhaven). In 1842 verhuisde hij naar Amsterdam. Na vijf jaar voor een tabakshandelaar te hebben gewerkt, ging hij in zee met een graankoopman die met Odessa handelde, waardoor hij meteen al vermogend werd omdat de graanprijzen plotseling stegen.
De Nederlandse planter en handelaar Jacobus Nienhuys had de Deli Maatschappij opgericht en hield toezicht op koffie-, thee-, cacao- en nootmuskaatplantages in het Sultanaat Deli (Medan), op het Indonesische eiland Sumatra, toen nog Nederlands-Indië. Met kapitaal van Janssen crëerde hij daar ook grote tabaksplantages. In 1868 werd Nienhuys beschuldigd van het vermoorden van zeven Chinese koelies en werd hij door de sultan van Deli het land uitgewezen.
Peter Wilhelm Janssen ging zelf nooit naar Sumatra, hij regelde alleen de opslag in pakhuizen en de verkoop in Amsterdam. De Nederlandse Handelmaatschappij (NHM, hun vroegere hoofdkantoor is nu het Stadsarchief) kocht de helft van hun aandelen. De Deli Maatschappij maakte in korte tijd enorme winsten, waardoor Janssen zich in 1898 als een heel rijk man kon terugtrekken.
Rijkdom & liefdadigheid
Janssen, een strenggelovige Lutheriaan, wist heel goed dat hij heel gemakkelijk rijk was geworden (en ook ten koste van de uitgebuite en onderbetaalde contractarbeiders op de plantages die hij zelf nooit had bezocht). Hij gaf een groot deel van zijn vermogen uit aan honderden verschillende goede doelen in Friesland, Amsterdam, Duitsland en Amerika. Hij doneerde ook een grote som geld voor de oprichting van het Stedelijk Museum, dat in 1895 openging.
Janssen zelf leefde redelijk eenvoudig — hij woonde op de Keizersgracht 688 en had een buitenhuis in Baarn. Zijn in Amsterdam geboren vrouw Folmina Margaretha Peters was, samen met hun humanitaire zoon Christian Wilhelm, mede-oprichter van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT), waar het Tropenmuseum tot 2014 deel van uitmaakte. In 1910 heette het KIT nog Koloniaal Instituut.
Janssen ligt begraven op Zorgvlied, waar zijn vrouw en hij een grafmonument hebben met in het Duits het motto “Thue Recht und Scheue Niemand” (Doe het juiste en vrees niemand). Op het Bellamyplein vlakbij staat een buste van hem, daar na zijn dood geplaatst. Zijn zoon Christian Wilhelm Janssen zette het liefdadigheidswerk in Friesland voort en breidde het verder uit.
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.