P.W. Janssenhofje, Amsterdam

P.W. Janssenhofje

Dit hofje in de Da Costa­buurt ging in 1895 open. Het was bedoeld als gratis huis­vesting voor arme families en alleen­staanden van alle gezindten en heette aan­vanke­lijk de Neder­landsch–Duitsche Stichting. Het start­kapitaal kwamen van de rijke stichter en filantroop P.W. Janssen. Het hofje had 10 huizen met 56 woningen, die gratis onder­dak boden aan 91 bewoners — er waren 8 twee­kamer­woningen en 48 één­kamer­woningen, met een beheerder die verant­woorde­lijk was voor het onder­houd en die ervoor moest zorgen dat iedereen zich aan de regels van het hofje hield.

P.W. Janssenhofje op de Da Costastraat, Amsterdam

Het P.W. Janssen­hofje aan de Da Costa­straat 38-58 (mei 2021).

Verandering van eigenaar & renovaties

Vier huizen naast het hofje moesten door verhuur een deel van de kosten dekken. Toen dat niet genoeg bleek werd er nog een rijtje huizen vlakbij gebouwd met het­zelfde doel. Bij een grote renovatie in 1977 werden de huizen veranderd in 48 twee­kamer­woningen. Tegen die tijd werd voor de woningen inmiddels huur gevraagd, maar zelfs met susbsidie kwam de stichting flink rood te staan en werd uit­einde­lijk in 1979 op­geheven.

In 1991 werden het hofje en de schulden overgenomen door de Algemene Woning­bouw Vereniging. Zij verhuurden de woningen aan alleen­staande mannen en vrouwen boven de 55 met een laag inkomen. Toen kreeg het hofje ook pas de naam van de oprichter, die oorspronkelijk zijn naam niet zo prominent tentoon wilde stellen. Bij de renovatie van 1977 waren de originele ramen, deuren en versieringen verwijderd, maar dat werd weer hersteld in 2009.

Peter Wilhelm Janssen

P.W. Janssen (1821-1903) was geboren op het Duitse eiland Wanger­ooge (ten noorden van Bremer­haven). In 1842 verhuisde hij naar Amsterdam. Na vijf jaar voor een tabaks­handelaar te hebben gewerkt, ging hij in zee met een graan­koopman die met Odessa handelde, waardoor hij meteen al vermogend werd omdat de graan­prijzen plotseling stegen.

De Nederlandse planter en handelaar Jacobus Nien­huys had de Deli Maat­schap­pij opgericht en hield toe­zicht op koffie-, thee-, cacao- en noot­muskaat­plantages in het Sulta­naat Deli (Medan), op het Indo­nesische eiland Sumatra, toen nog Nederlands-Indië. Met kapitaal van Janssen crëerde hij daar ook grote tabaks­plantages. In 1868 werd Nienhuys beschuldigd van het ver­moorden van zeven Chinese koelies en werd hij door de sultan van Deli het land uit­gewezen.

Smalspoor treinstation van de Deli Maatschappij in Stabat, Sumatra, tussen 1890 en 1900

Smalspoor trein­station van de Deli Maatschappij in Stabat, Sumatra, tussen 1890 en 1900.

Peter Wilhelm Janssen ging zelf nooit naar Sumatra, hij regelde alleen de opslag in pak­huizen en de verkoop in Amsterdam. De Nederlandse Handel­maat­schap­pij (NHM, hun vroegere hoofd­kantoor is nu het Stads­archief) kocht de helft van hun aan­delen. De Deli Maatschappij maakte in korte tijd enorme winsten, waardoor Janssen zich in 1898 als een heel rijk man kon terug­trekken.

Voormalige pakhuizen van de Deli Maatschappij, Houtmankade 20-24, Amsterdam

De pakhuizen Medan, Bindjeij en Laboean van de Deli Maatschappij op de Houtman­kade 20-24. P.W. Janssen legde de eerste steen in 1895. De namen van de pak­huizen verwijzen naar plaatsen in het sultanaat Deli (op Sumatra, in het vroegere Nederlands-Indië). In 1986 werden de pak­huizen verbouwd tot woningen en bedrijfs­ruimten, ingang op de Nova Zembla­straat.

Rijkdom & liefdadigheid

Janssen, een streng­gelovige Lutheriaan, wist heel goed dat hij heel gemak­kelijk rijk was geworden (en ook ten koste van de uit­gebuite en onder­betaalde contract­arbeiders op de plantages die hij zelf nooit had bezocht). Hij gaf een groot deel van zijn vermogen uit aan honderden verschil­lende goede doelen in Friesland, Amsterdam, Duitsland en Amerika. Hij doneerde ook een grote som geld voor de oprichting van het Stedelijk Museum, dat in 1895 openging.

Janssen zelf leefde redelijk eenvoudig — hij woonde op de Keizers­gracht 688 en had een buiten­huis in Baarn. Zijn in Amsterdam geboren vrouw Folmina Margaretha Peters was, samen met hun humanitaire zoon Christian Wilhelm, mede-oprichter van het Konink­lijk Instituut voor de Tropen (KIT), waar het Tropen­museum tot 2014 deel van uitmaakte. In 1910 heette het KIT nog Koloniaal Instituut.

Beeld van P.W. Janssen op het Bellamyplein, Amsterdam

Borstbeeld van P.W. Janssen op het Bellamy­plein, van beeld­houwer Bart van Hove. Het werd in mei 1908 door Janssen’s weduwe onthuld (september 2021).

Janssen ligt begraven op Zorgvlied, waar zijn vrouw en hij een graf­monument hebben met in het Duits het motto “Thue Recht und Scheue Niemand” (Doe het juiste en vrees niemand). Op het Bellamy­plein vlakbij staat een buste van hem, daar na zijn dood geplaatst. Zijn zoon Christian Wilhelm Janssen zette het lief­dadig­heids­werk in Friesland voort en breidde het verder uit.

Travelers' Map is loading...
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.