Nieuwe Kerk
De gotische Nieuwe Kerk, naast het Paleis op de Dam, was ooit de tweede katholieke kerk van Amsterdam, waarvan de geschiedenis begon in 1380 (de kerk opende in 1409). Gebouwd als tweede parochiekerk voor de sterk groeiende bevolking in de tweede helft van de 14e eeuw, werd hij Nieuwe Kerk genoemd om hem te onderscheiden van de Oude Kerk uit 1306, ten oosten van het Damrak. De kerk werd in fases gebouwd en kreeg dan ook heel wat toevoegingen en veranderingen in de loop van de tijd — één van de laatste grote delen (de noordelijke zijbeuk) werd voltooid in 1540.
De laatste reguliere kerkdienst werd hier in 1955 gehouden. Sinds 1980 is de kerk het eigendom van een stichting en wordt hij gebruikt voor culturele tentoonstellingen (zoals de jaarlijkse World Press Photo) en orgelconcerten. Sinds 1841 vinden hier ook de inhuldigingen van koning of koningin plaats. De Nationale Dodenherdenking op 4 mei begint hier, vóór de kranslegging bij het Nationaal Monument op de Dam.
Willem Eggert
Het is nu moeilijk voor te stellen, maar rond 1380 was er naast deze plek een boomgaard. Willem Eggert (1340-1417), Heer van Purmerend en Ilpendam, schonk het terrein naast zijn boomgaard aan de kerk, financierde een deel van de bouw en hield toezicht op de voortgang. De kerk ging in november 1409 open voor kerkdiensten. Willem Eggert werd in 1417 begraven in de Eggertkapel van de kerk, ter ere van hem gebouwd door zijn zoon Jan. Op de houten toegang staat de datum van zijn overlijden, een steen met zijn zegel op één van de zuilen. De Eggertstraat langs de kerk is naar hem vernoemd.
Omringende straten & aanbouwsels
De hoofdingang is op de Nieuwezijds Voorburgwal, rechts van de kerk de Mozes en Aäronstraat, links de Gravenstraat, die bij de Drie Fleschjes rechtsaf buigt richting de Dam via de Eggertstraat. De diakonie op de Gravenstraat is uit 1642. De kerk wordt omringd door kleine aanbouwsels (winkels) die in de loop van de tijd rondom ontstonden. Een aantal winkels op de hoek van de Gravenstraat en de Nieuwezijds Voorburgwal stamt uit de 17e eeuw.
Naast de zuidelijke ingang werd in 1860 een consistoriekamer gebouwd, afgebroken in 1961 en vervangen door de lagere aanbouw (nu het restaurant). Ook aan de kant van de Dam stonden ooit winkels, maar die werden verwijderd tijdens de renovaties tussen 1959 en 1980. In 1999 werden nog twee kleine winkeltjes tegen de kerk aangebouwd, aan beide kanten van de basis van de nooit gerealiseerde toren.
Korte geschiedenis van de Nieuwe Kerk
De bouw startte ergens rond 1380, maar de officiële toestemming van de Bisschop van Utrecht kwam pas in 1408. De kerk was eerst alleen gewijd aan Onze Lieve Vrouwe, maar na 1409 ook aan St. Catherina van Alexandrië (een prinses en geleerde, martelares uit de 4e eeuw). De bouw gebeurde in delen tussen 1414 en 1470 (vanwege gebrek aan financiële middelen) en de kerk werd een aantal keer beschadigd door de stadsbranden van 1421 en 1452.
De oudste delen van de kerk zijn het koor en het transept. Het schip werd rond 1435 toegevoegd. Tussen 1450 en 1500 werden de zijbeuken voltooid. De kerk overleefde de Beeldenstorm van 1566 onbeschadigd, maar het oorspronkelijke Katholieke interieur werd grotendeels vernield toen het een Protestantse kerk werd in 1578. Bij een grote brand in 1645 (loodgieters hadden een vuurpot op het dak laten staan) bleef er bijna niets over van de kerk — alleen het koor en de kapellen bleven overeind. De kerk werd vervolgens van de grond af weer opgebouwd en opende weer in 1648. De kleine huisjes en stegen tussen de kerk en de Dam werden afgebroken, waardoor de kerk direct aan de Dam kwam te liggen.
Restauraties
In de loop van de tijd heeft de kerk heel wat restauraties en veranderingen ondergaan. Tussen 1892 en 1912 werden neogotische elementen toegevoegd door architect C.B. Posthumus Meyjes, waarbij het oorspronkelijke uiterlijk werd hersteld na de schade van de brand van 1645. Tussen 1959 en 1980 werd bij een restauratie door C. Wegener Sleeswijk de kerk aan modernere eisen aangepast (beter licht, verlaagde aanbouwsels, nieuwe funderingen, vloerverwarming). Twee gerestaureerde kamers aan de Damkant werden in 2020 opengesteld voor publiek.
Het verzakken van de funderingen wordt actief in de gaten gehouden. Gedurende de laatste eeuw werd de fundering van 133 zuilen versterkt met beton. In 2006 werden de funderingen van de crypte en de zuilen rond het koor vernieuwd. De 8 overgebleven zuilen aan de westkant krijgen in 2024 nieuwe fundering, vóór die tijd doen archeologen onderzoek. De kerk zal tegen 2025 helemaal hersteld zijn, als Amsterdam de 750e verjaardag viert van het verkrijgen van stadsrechten.
Een kerk zonder toren
In 1565 was er een 115 m hoge kerktoren gepland. In 1647 werden er daarvoor dan ook 6.363 heipalen aangebracht, maar die toren kwam er nooit. Na de Protestantse Alteratie in 1578 werd de bouw van de toren stilgelegd, hervat bij de herstelwerkzaamheden na de brand van 1645 — maar stopte weer in 1653 toen de middelen opdroogden vanwege de Eerste Nederlands-Engelse Oorlog. Later was de stad druk bezig met de bouw van het nieuwe stadhuis op de Dam en zag het niet zitten dat een veel hogere kerktoren dat gebouw zou overschaduwen.
In 1783 werd de onderkant van de toren gesloopt en kwam er een ander deel bovenop, weer gesloopt tegen het eind van de 19e eeuw. Architect C.B. Posthumus Meyjes (die ook de Nieuwezijds Kapel op het Rokin ontwierp) deed de restauratie van de westkant, waarbij hij zich baseerde op oude tekeningen van de situatie van vóór 1645. Nu is er dus alleen een kleine toren met 3 klokken waar de dakdelen elkaar kruisen.
De kerk van buiten en van binnen
Aan de zuidkant (Damkant) zie je hoog op de façade een marmeren zonnewijzer, een kleinere zandstenen zonnewijzer zit tussen de ingang aan de Damkant en het Nieuwe Kafé. Naast de ingang aan de Damkant (Mozes en Aäronstraat) zijn de kraagstenen versierd met grappige beeldjes (dikke monnikken, hond, kat, etc.) — een extra kijkje waard. De glas-in-loodramen aan de kant van de Nieuwezijds Voorburgwal werden opgevuld met bakstenen toen het orgel werd geplaatst.
In 1655 liet de stad een nieuw orgel plaatsen, met natuurlijk het Amsterdamse zegel prominent aanwezig. In 1682 werd het praalgraf voor admiraal Michiel de Ruyter geplaatst, daar waar ooit het hoofdaltaar stond. Glas-in-loodramen herinneren aan verschillende jubilea van de Oranjes. Het classicistiche koperen koorhek van rond 1650 werd gemaakt door edelsmid Johannes Lutma (1584-1669), ook weer in opdracht van het stadsbestuur.
In de kerk de volgende bezienswaardigheden:
- Hoofdorgel uit 1645 boven de hoofdingang, met beeldhouwwerk van Artus Quellinus en schilderingen van Jan Gerritz van Bronckhorst. Dit is het grootste pijporgel in Nederland.
- Transeptorgel uit de 16e eeuw, bij de zuidelijke ingang.
- Graf uit 1653 van Jan van Galen (1604-1653), zeeofficier. Gebouwd door Artus Quellinus (1609-1668), Rombout Verhulst (1624-1698) en Willem de Keyser (1603-1674).
- Praalgraf van admiraal Michiel Adriaenszoon de Ruyter (1607-1676). Gebouwd in 1681 door Rombout Verhulst. Hier is ook de grafkelder.
- Grafschrift uit 1832 voor Jan van Speyk (1802-1831), kanonneerbootcommandant. Gebouwd door Jan de Greef.
- Monument uit 1821 voor Jan Hendrik van Kinsbergen (1735-1819), zeeofficier, ontworpen door Paulus Joseph Gabriel.
- Monument uit 1772 voor Joost van den Vondel (1587-1679), dichter. Hij werd in deze kerk begraven, hoewel hij katholiek was.
- Monument uit 2002 voor Pieter Cornelisz Hooft (1547-1626), burgemeester van Amsterdam, drost van Muiden, schrijver, dichter en geschiedsschrijver, oprichter van het literaire gezelschap De Muiderkring.
- Eiken preekstoel uit 1649 en 1664 door Albert Jansz Vinckenbrinck.
- Herenbanken voor de rijken, van rond 1645.
- Koperen koorhek van rond 1650, ontworpen door Johannes Lutma.
- Verschillende glas-in-loodramen, waaronder ook het moderne De Tuin uit 2005 door Marc Mulders.
- Een aantal gedenkstenen voor Nederlandse schrijvers.
- De 10 kapellen, het oudste deel van de kerk, gebouwd door de gilden en rijke families ter ere van hun beschermheiligen.
Graven & begraafplaatsen
Ooit lagen er in de Nieuwe Kerk naar schatting 10.000 mensen begraven (de graven werden tegen een flinke prijs aangeschaft door belangrijke mensen), vrijwel allemaal geruimd tijdens de restauraties tussen 1959 en 1980. De 19e eeuwse dichter Isaäc da Costa was één van de laatsten die hier begraven werd in 1860. Sinds 1866 is het in Amsterdam verboden om binnen een kerk begraven te worden.
Tijdens de 15e en 16e eeuw waren er twee ommuurde begraafplaatsen rond de Nieuwe Kerk. De grotere van die twee had gewijde grond (aan de kant van de Mozes en Aäronstraat) en was bestemd voor wie zich geen graf binnen de kerk kon veroorloven. Een kleinere begraafplaats (met ongewijde grond) heette het Ellendigenkerkhof, bedoeld voor terechtgestelde misdadigers, zelfmoordenaars, zwervers, ketters en mensen van wie de godsdienst niet bekend was. De Eggertstraat heette tot 1865 de Ellendigensteeg. In het midden van de 17e eeuw werden deze twee begraafplaatsen geruimd voor de vergroting van de Dam en de bouw van het nieuwe stadhuis.
Website Nieuwe Kerk: https://www.nieuwekerk.nl/
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.