Blog Locatelli in Amsterdam

Locatelli in Amsterdam

De Italiaanse componist en viool­virtuoos Pietro Antonio Locatelli kwam in 1729 naar Amster­dam en werkte en woonde hier tot zijn dood in 1764 — hij presen­teerde zichzelf als “Locatelli, Italiaans muziek­maestro te Amsterdam”. Hij werd geboren in de Italiaanse stad Bergamo (bij Milaan en het Como­meer) in 1695. Hij speelde al viool in het orkest van de basiliek van Bergamo op zijn veertiende.

Portret van Locatelli door Cornelis Troost en voorblad van zijn L’arte del violino

Links: Portret van Locatelli door Cornelis Troost (ca. 1729-1750).
Rechts: Voorblad van Locatelli’s meest bekende werk: L’arte del violino (De kunst van de viool).

Hij vertrok in 1711 naar Rome (16 jaar oud), waar hij les kreeg van Giuseppe Valentini (maar niet van Arcangelo Corelli zoals hij had gehoopt). Vanwege zijn snelle en flamboyante speelstijl kreeg hij al snel de bijnaam “il terremoto” (de aardbeving). In Rome debut­teerde hij ook als componist. Toen hij 26 was werden zijn XII Concerti grossi, Opus 1 in Amsterdam gepubliceerd in 1721, opgedragen aan de Venetiaanse patriarch Girolamo Michiel Lini, voor wie hij had opgetreden toen hij in Venetië verbleef.

Basiliek van Santa Maria Maggiore in Bergamo, Italië

Santa Maria Maggiore in Bergamo, Italië, waar Locatelli in het orkest van de kerk speelde toen hij 14 jaar oud was.

Reizend muzikant

Van 1723 tot 1728 reisde Locatelli door Italië en Duitsland — de meeste van zijn composities, ook de viool­concerten en de capricci, werden waar­schijn­lijk in die tijd geschreven en later in Amsterdam uit­ge­geven. Zijn optredens maakten hem beroemd — zijn stijl werd omschreven als uiterst zelf­verzekerd, hij droeg uit­bundige kleding met glitter­stenen. Hij werd dus een rond­reizend muzikant en speelde tegen betaling aan vele hoven van edelen. Maar hij wilde niet de rest van zijn leven door­brengen als hof­muzikant, over­ge­leverd aan de grillen van een rijke opdracht­gever.

Prinsengracht, Amsterdam, met Locatelli's huis op nummer 506

Prinsen­gracht, met Locatelli’s huis op nummer 506 (juni 2021).

Verhuizing naarAmsterdam

De relatief vrije sfeer in Amsterdam had al veel buiten­landse genieën naar Amsterdam gelokt sinds de 17e eeuw. In 1729, 34 jaar oud, vestigde Locatelli zich in Amsterdam. Hij woonde in een onop­vallend huis op de Prinsen­gracht. Hier was hij niet gebonden aan de muzikale smaak van één of andere edele en ook niet beperkt door de kerk, vrij om te componeren en spelen zoals hij dat zelf wilde, wat heel uit­zonder­lijk was voor een muzikant in de 18e eeuw.

Hoewel hij in Amsterdam niet zoveel schreef als eerder, gaf hij er wel viool­lessen en hij redigeerde er ook zijn eigen werken en die van anderen. Zijn optredens in het openbaar waren alleen toeganke­lijk voor muziek­lief­hebbers, niet voor professio­nele muzikanten — hij was bang dat ze zijn ideeën zouden stelen.

Prinsengracht 506, Amsterdam, waar Locatelli woonde van 1741 tot zijn dood in 1764

Prinsen­gracht 506, waar Locatelli woonde van 1741 tot aan zijn dood in 1764 (juni 2021).

Handelsgeest

Pietro Locatelli had een onvervalste handels­geest — hij verkocht zijn eigen composities aan rijke muziek­liefhebbers, waardoor hij redelijk welvarend werd. In 1741 begon hij vanuit zijn huis met de verkoop van viool­snaren die hij uit Italië importeerde. Hij had best een goed inkomen zo in de stad — Amsterdam was een spil in de Europese muziek­uit­geverij en hij zorgde er altijd voor dat de door hem geredi­geerde uit­gaven fout­loos waren.

Locatelli kreeg het in 1731 voor elkaar om een 15-jarig privilege te bemachtigen dat zijn eigen werken beschermde tegen ongeauto­riseerde herdrukken en de import van herdrukken verbood. Hij leidde ook het Collegium Musicum voor rijke muziek­liefhebbers, waar hij ook voor componeerde. Op woensdagen gaf hij regel­matig concerten bij mensen thuis voor een select publiek.

Viool bovenop een strijkstok en muziekpartituur

Invloed op Paganini

Zijn virtuoso­werken met de bijbe­horende capricci werden een standaard­onderdeel van het repertoire van begaafde violisten en maakten hem door heel Europa beroemd, hoewel het eigenlijk oefen­stukken waren en niet bedoeld om mee op te treden. Muzikanten als Niccolò Paganini ontdekten Locatelli’s muziek waar­schijn­lijk via de Franse viool­scholen. De Fluit­sonatas, de Trio­sonatas en de Viool­sonatas waren populair in Amsterdam.

Detail van Locatelli's huis op de Prinsengracht 506, Amsterdam

Huis op de Prinsengracht

Na een tijdje aan de andere kant van de gracht te hebben gewoond, verhuisde Locatelli naar de Prinsen­gracht 506 in 1741, waar hij componeerde en lesgaf. Hij woonde hier met zijn huis­houdster, waar­schijn­lijk als ongetrouwd stel — zij hielp hem ook met de verkoop van de snaren. Locatelli vermeed meestal de publiciteit and nam bijna nooit deel aan het drukke culturele leven in Amsterdam.

Ter ere van hem liet zijn geboorte­stad Bergamo in 1964 een gedenk­steen aan het pand bevestigen, met de tekst “In dit huis werkte, leefde en stierf de grote componist en viool­speler Pietro Antonio Locatelli. Zijn geboorte­stad plaatste dit in het 200e jaar van zijn sterfdag. Bergamo 3-IX-1695 – Amsterdam 30-III-1764”.

Gedenksteen op het huis waar Locatelli leefde, Prinsengracht 506, Amsterdam

De gedenksteen die in 1964 werd geplaatst op initiatief van de stad Bergamo, vanwege de 200e sterfdag van Locatelli.

Nalatenschap

Locatelli verzamelde muziek­instrumenten, manuscripten, allerlei kunst en vogel­kooien. Hij verzamelde ook boeken uit heel Europa over allerlei onder­werpen, die hij dan weer verkocht. Bij zijn dood in 1764 liet hij een behoorlijke erfenis na, waaronder een enorme bibliotheek — bewijs van zijn succes en van zijn vaardig­heid om zijn talent en beroemd­heid te gelde te maken. Zijn artistieke erfenis leeft voort in de invloed die hij had op de Franse en Italiaanse viool­tradities.

De Nederlandse musicoloog Albert Dunning richtte de Stichting Pietro Antonio Locatelli op, gevestigd in Amsterdam en in Cremona, om zijn werken en erfgoed levend te houden. Een gracht in de nieuwere Zuidas­buurt, de Locatelli­kade, is naar hem genoemd.

Locatelli’s Vioolconcert no. 1

Locatelli stierf op 30 maart 1764 in zijn huis op de Prinsen­gracht. Hij ligt begraven in de Engelse Kerk op het Begijn­hof, ongeveer voor het orgel, de begrafenis­kosten werden door de stad gedekt, na aandringen van een belang­rijke koopman die hem bewonderd had.

Kerkelijk begrafenisregister met Locatelli’s begrafenis in de Engelse Kerk, Begijnhof, Amsterdam

Kerkelijk begrafenis­register met Locatelli’s begrafenis in de Engelse Kerk (aangegeven met EK) in het Begijn­hof op 4 april 1764 (Stads­archief Amsterdam).

Travelers' Map is loading...
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.