Korenmetershuis
Het Korenmetershuis op de Nieuwezijds Kolk, gebouwd in 1620 in Hollandse Renaissance stijl, is één van de vijf overgebleven gildehuizen in Amsterdam en één van de weinige vrijstaande gebouwen in de binnenstad. Voordat het Korenmetershuis er stond kwamen de korenmeters bij elkaar in een houten gebouwtje op de (nu verdwenen) Oude Brug over het Damrak. Het gebouw is een rijksmonument.

Korenmetershuis op de Nieuwezijds Kolk, gezien naar de Kolksteeg en de Nieuwendijk (augustus 2021).
Sinds 1967 zit in dit gebouw de Erfgoedvereniging Heemschut. Met de jaren is er veel veranderd aan het gebouw, gevels werden opengebroken, ramen dichtgemetseld, dakkapellen toegevoegd. In 1898 werd bij een restauratie weer zo veel mogelijk de oorspronkelijke staat hersteld en werden de luiken weer teruggeplaatst. De glas-in-lood ramen op de eerste verdieping hebben afbeeldingen van korenmetershulpmiddelen en gestileerd graan.

Korenmetershuis op de Nieuwezijds Kolk 28 in 1780, aquarel van Herman Schouten (1747-1822).
De gilden werden in 1798 opgeheven, maar het Korenmetershuis behield zijn oorspronkelijke functie, de ambtenaren heetten alleen geen korenmetersgilde meer. Het gebouw is niet open voor publiek, behalve misschien eens per jaar tijdens Open Monumenten Dag.

Voorkant van het Korenmetershuis aan de Nieuwezijds Kolk, gezien naar de Kolksteeg en de Nieuwendijk (augustus 2021).
Korenmetersgilde
Graan was in die tijd één van de allerbelangrijkste handelsgoederen voor Amsterdam en werd dan ook de moedernegotie genoemd. Korendragers, korenzetters en korenmeters werden allemaal door de stad aangesteld als beëdigd ambtenaar, om ervoor te zorgen dat de graanhandel eerlijk en ordelijk verliep. Ze controleerden of het volume juist was, hielden de verkoopgegevens bij, hielden toezicht op de leveringen en berekenden hoeveel belasting er moest worden betaald.

Links een korenmeter met een schepel. Rechts een korendrager met een zak graan.
De korenzetters hielden de schepel goed waterpas vast, de korendragers vulden de schepel met graan en de korenmeters streken de schepel af met een ronde houten stok (de strekel) en bepaalden het volume. Al deze gilden werkten gebroederlijk samen en vanaf 1654 werden ze samengevoegd onder één noemer. De gereedschappen die ze gebruikten kun je zien op het reliëf boven de deur van het Korenmetershuis.

Reliëf boven de deur van het Korenmetershuis, met de gereedschappen van de korenmeters (augustus 2021).
De uitdrukking “aan de strijkstok blijven hangen” komt van deze graanhandel (het illegaal of oneerlijk afromen van een deel van de winst).

Voordeur van het Korenmetershuis op de Nieuwezijds Kolk (augustus 2021).
Op de Brouwersgracht 163, hoek Palmgracht, is een gevelsteen te zien uit 1729 met een korenmeter die een strekel gebruikt om het niveau van het graan af te strijken tot de rand van de schepel.
Oude inhoudsmaten
Voordat de eenheden centraal werden vastgesteld had zowat iedere stad zijn eigen meetsysteem. In Amsterdam was een mud of mudde (van het Latijnse modius, een oude Romeinse inhoudsmaat voor droge stoffen) 111,5 liter en gelijk aan 4 schepels. Een schepel was 27,9 liter. 27 mud was een last (lading), gelijk aan 3.010 liter.

Links een schepel van de korenmeters. Rechts een graaninhoudsmaat uit 1652, 1/64e van een schepel.
Aangezien voor iets anders
De Watergeuzen waren een groep ontheemde Calvinisten die gevlucht waren voor de onderdrukking door de Spaanse hertog van Alva en die zich verenigd hadden met dieven en avonturiers — ze leefden van piraterij nadat al hun bezittingen verbeurd waren verklaard. Ze waren in 1568 door Willem van Oranje benaderd met het verzoek om zijn doelen te steunen. De Watergeuzen verstoorden regelmatig de bestaande handelsroutes.

Voorkant van het Korenmetershuis op de Nieuwezijds Kolk, gezien in de richting van de Nieuwezijds Voorburgwal (augustus 2021).
Op 23 november 1577 probeerden de Watergeuzen om Amsterdam via de Haarlemmerpoort (de 2e Haarlemmerpoort bij de huidige Martelaarsgracht) bij verrassing in te nemen met een klein leger van ongeveer 500, aangevoerd door Herman Helling. Hij dacht ten onrechte dat het Korenmetershuis het stadhuis van Amsterdam was, waardoor de stadswacht de tijd had zich te hergroeperen op de Dam en hen de stad uit te drijven. Amsterdam bleef dus onder het Spaanse bewind, maar dat was maar van korte duur. Na een belegering gaf de stad zich over in februari 1578 en tekende een contract om zich aan te sluiten bij de Staatsen. Dit was een groep, geleid door de Staten-Generaal van de Nederlanden, die zich verzette tegen de Spaanse overheersing.

Bovenkant van het Korenmetershuis (augustus 2021).
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.