Trippenhuis, Kloveniersburgwal 27-29 in Amsterdam

Het Trippenhuis

Het Trippen­huis heeft de breedste grachten­huis­gevel in Amsterdam. De huidige lokatie van het Trippen­huis lag in 1450 nog buiten de stad­muren van Amsterdam. De stad groeide in een rap tempo en in de Gouden Eeuw vestigden zich in monu­men­tale grachten­panden langs nieuw gegra­ven grachten rijke koop­lieden en handelaren.

Het Trippenhuis, Kloveniersburgwal 27-29, Amsterdam

Het Trippenhuis, Kloveniersburgwal 27-29, Amsterdam

De wapen­handelaren Louys en Hendrick Trip waren de zonen van Jacob Trip uit Dordrecht en neven van Louys de Geer uit Amsterdam — allen werkzaam in de wapen­handel. De zaken gingen goed want er was in deze periode altijd wel ergens oorlog in Europa. In 1631 richtten Louys en Hendrick in Amsterdam een eigen firma op “in wapenen, geschut en ammunitie van oorlogen”. Veertien jaar later besloten de inmiddels schat­rijke broers een eigen huis te laten bouwen en kochten daarvoor een kavel op de Kloveniers­burgwal.

Geschutsgieterij van de familie Trip in Julita Bruk, Zweden, olieverfschilderij van Allart van Everdingen ca. 1650-1675

Geschuts­gieterij van de familie Trip in Julita Bruk, Zweden, olieverf­schilderij van Allart van Everdingen ca. 1650-1675

Ontwerp

De architect Justus Vingboons ontwierp twee exact aan elkaar gespiegelde woon­huizen achter één monu­men­tale gevel in de stijl van het Hollands classicisme. Deze op de oudheid geïnspi­reerde architec­tuur wordt geken­merkt door een strakke maat­voering met een sterke symetrie. De scheidings­muur tussen de twee huizen, een halve meter dik, bevindt zich precies in het midden van de gevel, achter de middelste rij ramen. Volgens de klassieke voor­schriften mocht er geen pilaster in de as van het huis zitten — het aantal pilasters is dus even en daarom moesten er wel ramen in het midden zitten (oor­spronke­lijk waren deze middelste ramen geblin­deerd).

Het Trippen­huis in Amsterdam, façade en vloer­plan

De gevel is versierd met vruchten­slingers tussen de ramen, in het midden 100 olijf- en palm­takken — de broers zagen zichzelf als “wapen­handelaren van de vrede”. Op het dak staan hoek­schoor­stenen in de vorm van mortieren. In het timpaan zit het wapen van de familie Trip (drie trip­klompjes) geflankeerd door vier kanon­lopen en aan weers­zijden een voorraad kanons­kogels. De sobere achter­gevel heeft een timpaan met het familie­wapen. De kosten van de bouw van het Trippen­huis bedroegen destijds 250.000 gulden (bijna 3 miljoen euro vandaag de dag).

Tot aan het einde van de 18e eeuw werd het huis bewoond door particu­lieren. Daarna kwam het in handen van de over­heid. Vanaf 1812 was het Konink­lijk Instituut van Weten­schappen, Letteren en Schoone Kunsten (in 1808 opgericht door Lodewijk Napoleon) hier gevestigd, de voor­loper van de huidige Konink­lijke Neder­landse Akademie van Weten­schappen. De andere helft was in gebruik bij de kunst­handelaar Cornelis Sebille Roos, inspecteur van het Nationaal Museum.

In 1815 werden de beide helften met elkaar verenigd. Het jaar daarop werd het Rijks­museum in het Trippen­huis gevestigd, maar de huis­vesting bleek al snel te klein door de aankopen van Cornelis Apostool, directeur van het Konink­lijk Museum in Amsterdam. In 1838 verdwenen de schilderijen van nog levende kunstenaars naar Paviljoen Welgelegen in Haarlem, maar andere schilderijen, waaronder Rembrandt’s Nachtwacht, bleven in het Trippen­huis, tot in 1885 het door Pierre Cuypers ontworpen Rijks­museum werd geopend.

De KNAW (Konink­lijke Neder­landse Akademie van Weten­schappen) zit nog steeds in het Trippen­huis. Het gebouw is niet toeganke­lijk voor publiek. Op Open Monumenten­dag is het te bezoeken, het tweede weekend in september (volgend jaar op 11 en 12 september 2021).

Het kleine Trippenhuis

Het kleine Trippen­huis aan de Kloveniers­burg­wal 26 is met 2,44 meter breed een van de smalste grachten­panden in Amsterdam. Volgens de legende hoorde één van de rijke Trip broers een bediende zeggen dat hij “al blij zou zijn met een huis zo breed als hun voor­deur”. Toen bouwde deze excen­trieke broer het kleine Trippen­huis voor de geluk­kige bediende aan de andere kant van de gracht. Het is een mooi verhaal, en met verve verteld door veel gidsen, maar niet waar, want het grote Trippen­huis was klaar in 1662, het kleine Trippen­huis pas in 1696, toen de beide broers al dood waren.

Het kleine Trippenhuis, Kloveniersburgwal 26, Amsterdam

Het kleine Trippenhuis, Kloveniersburgwal 26, Amsterdam

Travelers' Map is loading...
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.