Het Huis met de Ooievaar
Op de Reguliersgracht 92, hoek met de Prinsengracht, vind je een klein rood huis met een beeld van een ooievaar in een nis op de gevel. Het huis werd rond 1675 gebouwd, de winkelpui stamt uit rond 1880, alles gerestaureerd in 1994. Er wordt gezegd dat een vroedvrouw hier in de 17e eeuw haar zaak had, aangegeven door de ooievaar. Aan de kant van de Prinsengracht zie je een mooi voorbeeld van een pothuis (of puthuis). Het gebouw is een Rijksmonument.
Ooievaar & Zonnewijzer
Het beeldje van de ooievaar in zijn nis was ooit van hout, maar is nu vervangen door een betonnen replica. Afbeeldingen van ooievaars waren veel voorkomend in Holland, niet alleen als een symbool voor babies (de ooievaar is volgens oude Europese folklore verantwoordelijk voor het afleveren van babies bij nieuwe ouders), maar ook als een symbool voor geluk. In de film Ocean’s Twelve uit 2004 (die voor een flink deel in Amsterdam plaatsvindt), wordt de stad ingeleid door negen plaatjes, elk staand voor een letter uit de naam van de stad. De R wordt getoond met een afbeelding van het rode Huis met de Ooievaar.
Aan de kant van de Prinsengracht kun je ook een zonnewijzer zien op het gebouw. Toen restauratie-architect Gerard Prins (1929-2017) zijn kantoor naar hier verplaatste, kreeg hij die zonnewijzer cadeau van zijn personeel. Helaas hindert het gebladerte aan de bomen op de gracht vaak de werking van deze zonnewijzer. Prins restaureerde heel wat gebouwen in Amsterdam vanaf 1956 (waaronder dit huis, het Claes Claeszhofje en de Amstelkerk).
Pothuis
Een pothuis (ook wel puthuis genoemd) is een kleine aanbouw aan een huis, half boven en half onder de grond. Pothuizen waren al in gebruik in de Middeleeuwen — meestal om regenwater in op te vangen en toegankelijk vanuit de kelder van het huis. Later werden ze vaak vergroot en omgebouwd tot kleine werkplaatsen of keukenuitbreiding. Uiteindelijk woonden er zelfs hele families in toen huizen schaars waren. Amsterdam heeft veel van deze aanbouwtjes, maar ze worden ook gevonden in andere delen van Nederland en in Duitsland. Veel pothuizen zijn monumenten.
Vroedvrouw of drank?
Iedere rondvaart en gids herhaalt het verhaal dat het huis van een 17e eeuwse vroedvrouw was, die de ooievaar op het huis had geplaatst om mee te adverteren. Maar of het verhaal klopt is onzeker, er wordt ook wel beweerd dat de ooievaar heel goed naar distilleerderij De Oooievaar kan verwijzen. Die distilleerderij, in de Driehoeksstraat 10 in de Jordaan, werd pas in 1883 opgericht. De oudste foto die er van dit pand is, uit 1894 van stadsfotograaf Jacob Olie, laat zien dat de ooievaar er al stond, maar dat er onder in het pand een café was. Wellicht is dat de oorsprong van dat alternatieve verhaal. In 1940 was hier een Antiek & Curiosa winkeltje.
Vroedvrouwen in de 17e en 18e eeuw
Vroedvrouwen bestaan vermoedelijk al sinds er mensen zijn. Vanaf de 17e eeuw waren er al opleidingen tot vroedvrouw, maar de (meestal mannelijke) doktoren bekritiseerden het beroep, omdat het doordrenkt was van bijgeloof, mythen, vreemde praktijken, gebrek aan kennis en niet bepaald hygiënische omstandigheden.
In de 17e eeuw speelden vroedvrouwen een belangrijke rol in de Nederlandse Republiek bij geboortes. Ze waren aan strikte regels gebonden die door de stad waren opgesteld en werden opgeleid door de lokale doktersgilden — alleen in geval van complicaties moesten ze assistentie van een dokter inroepen. Desondanks werd het beroep, eerst voornamelijk door weduwen en oude vrouwen beoefend, niet hoog aangeslagen. Veel van de vroegere vroedvrouwen waren alcoholist en voornamelijk uit op gewin. Amsterdamse vroedvrouwen waren meestal zelfstandig opererend, behalve de paar stadsvroedvrouwen die door de stad waren aangesteld om de armen in hun wijk te helpen.
Stadsregels voor vroedvrouwen
In 1638 stelde het stadsbestuur het Collegium Medicum in, om toezicht te houden op het werk van doktoren, apothekers en vroedvrouwen. Vroedvrouwen verdienden evenveel als mannelijke ambachtslieden en waren gehouden aan de strikte regels die Amsterdam hen oplegde sinds 1668 — ze moesten een dure 4-jarige opleiding volgen, ze moesten de examens halen en ze moesten kunnen lezen en schrijven. Hierdoor nam hun aantal sterk af in Amsterdam, eerst tot 137, toen naar 110 en naar slechts 90 zo rond 1750, voornamelijk vanwege de strikte opleidingseisen en de ermee samenhangende kosten. Een speciaal Collegium Obstetricium werd in 1696 opgericht om toezicht te houden op alles dat met geboortes te maken had, inclusief de vroedvrouwen, op initiatief van de anatoom Frederik Ruysch (1638-1731).
Vroedvrouwen mochten niet zelfstandig medicijnen toedienen of instrumenten gebruiken, ze moesten jonger zijn dan 25 jaar, moesten kunnen lezen en schrijven, moesten getrouwd zijn en zelf kinderen hebben, waren verplicht om de naam van de vader te vragen voordat ze mochten helpen (de stad had geen zin om voor vaderloze kinderen te zorgen), enzovoort. In 1754 werd de duur van de opleiding zelfs verlengd naar 6 jaar. Amsterdamse vroedvrouwen waren goed opgeleid en het beroep was beschermd tegen competitie. Vanaf 1758 mochten ook ongetrouwde vrouwen vroedvrouw worden.
Thuisgeboortes waren hier de norm, de ziekenhuizen hadden een heel slechte reputatie vanwege de vele fatale gevallen van kraamvrouwenkoorts. Pas in de 19e eeuw werden de medische procedures echt beter. Niettemin, in 2014 gebeurde nog steeds 16,5% van alle geboortes thuis in plaats van in het ziekenhuis — één generatie eerder was dat nog 60% geweest.
Een school speciaal voor vroedvrouwen
In 1861 opende de Rijkskweekschool voor Vroedvrouwen, eerst op de Oudezijds Achterburgwal, toen in 1880 op de Prinsengracht, in 1900 in een eigen gebouw op de Camperstraat in het oostelijke deel van de stad. Tegen 1961 waren er meer dan 1200 vroedvrouwen in Amsterdam. In 1975 verhuisde de school naar het Slotervaartziekenhuis in het westelijke deel van de stad (gesloten in 2018). Het schoolgebouw op de Camperstraat werd verbouwd tot apartementen. De school verhuisde naar de Vlaardingenlaan.
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.