Haarlemmersluis
Haarlemmersluis is de naam van een sluis en brug aan de oostkant van de Brouwersgracht, waar het Singel in het IJ uitmondt. De naam komt van de weg naar Haarlem verder naar het westen. Deze Haarlemmersluis was klaar in 1602, een doorgang in de oude zeedijk aan deze kant van de stad, die zout water bij vloed uit de grachten moest houden. De brede vaste brug tussen de Nieuwendijk en de Haarlemmerstraat ligt naast de sluis.
Oude Haarlemmersluis
De huidige Haarlemmersluis heette eerst nog de Nieuwe Haarlemmersluis, om hem te onderscheiden van de Oude Haarlemmersluis. Dat was een oudere sluis (die daarvoor Spaarndammersluis heette) op de plek waar de Nieuwendijk de Martelaarsgracht kruist, met de eerste Haarlemmerpoort er bovenop. Toen die sluis in 1506 werd vernieuwd kreeg hij de naam Haarlemmersluis. In 1884, toen de Martelaarsgracht werd gedempt, verdween ook die sluis.
Nieuwe Haarlemmersluis
Tegen het eind van de 16e eeuw waren zowel de Damsluizen als de Oude Haarlemmersluis behoorlijk vervallen en moesten steeds weer worden opgelapt. De geplande Nieuwe Haarlemmersluis was bedoeld om de druk op die twee sluizen te verminderen, maar de stad had bijna geen geld meer vanwege de enorme klus van de Tweede Uitleg (1585-1593) aan de oostkant van de stad. Het stadsbestuur sloot toen maar een grote lening af op de kapitaalmarkt om tegelijkertijd de Oude Haarlemmersluis te renoveren (1594-1596) en te beginnen met de bouw van de Nieuwe Haarlemmersluis in het Singel.
De Oude Haarlemmersluis op de Martelaarsgracht had nog de (eerste) Haarlemmerpoort er bovenop. Voordat die kon worden gesloopt moest er eerst een nieuwe stadsmuur worden aangelegd langs de Herengracht en een tijdelijke Haarlemmerpoort worden gebouwd op de Herenmarkt. Die Nieuwe Haarlemmersluis werd dus met vertraging gebouwd en vervolgens veel te haastig — hij bleek dan ook al snel te nauw en weinig effectief als bescherming tegen het water van het IJ. Al in 1617 moest het hele sluiscomplex opnieuw worden aangelegd, breder en langer, met 3 paar vloeddeuren en 2 paar ebdeuren. De huidige sluisconstructie stamt uit 1681, aangelegd in opdracht van burgemeester Johannes Hudde. Nadat in 1872 de Oranjesluizen het IJ van de Zuiderzee hadden afgesloten waren er geen getijden meer en verloor de sluis zijn oorspronkelijke functie.
Problemen met sluisonderhoud
In 1672 (het zogenaamde Rampjaar) werd de Nederlandse Republiek aan vier kanten aangevallen (door Frankrijk in het zuiden, door de Engelsen op zee en door troepen van Münster en Keulen in het oosten). Geld was er nauwelijks meer en de meeste sluizen waren in slechte conditie. Onderhoud van kades en sluizen gebeurde alleen nog ad hoc en tegen 1673 werd een flink aantal sluizen (waaronder deze Nieuwe Haarlemmersluis) met klemmen en krammen bij elkaar gehouden. En in 1702 waren vijf van de zeven zeesluizen van de stad vrijwel onbruikbaar.
Aanvankelijke bootfiles
De Nieuwe Haarlemmersluis had het al gauw moeilijk met het enorme aanbod van verkeer over het water: een constante stroom boten moest de markten rond het Singel bevoorraden, er waren veel boten met grondstoffen voor de brouwerijen rond de Brouwersgracht, er waren veerboten, melktransporten uit het Waterland (ten noorden van het IJ) en ook nog eens al het vrachtverkeer met bouwmateriaal voor de nieuw gegraven grachten van de grachtengordel. Dus besloot het stadsbestuur in 1617 na vele klachten om de sluisconstructie hier te vernieuwen en tegelijk een nieuwe sluis aan te leggen in de Korte Prinsengracht, de Eenhoornsluis, in een poging om de druk op deze Haarlemmersluis te verlichten.
Haarlemmersluisbrug
De brede Haarlemmersluisbrug (brug nr. 14) ligt tussen de Nieuwendijk en de Haarlemmerstraat, over het Singel. In 1809 werd de klapbrug over de sluiskolk vervangen door een vaste brug, in 1879 verbreed voor de paardentram, herbouwd en verlaagd in 1973. De plek is populair bij toeristen vanwege de vele rondvaartboten. Bovenop de brug een haringstal en bloemenstal, bij de ingang van de Haarlemmerstraat.
Johannes Hudde & waterbeheersing
Johannes Hudde (1628-1704) was een wiskundige en ook 21 jaar lang burgemeester van Amsterdam — hij zag in hoe belangrijk het was om Amsterdam schoon en veilig te houden. Hij begon een meer professionele benadering van Amsterdam’s waterbeheersing, door in 1672 te starten met het meten van de hoogte van dijken en van de waterniveau’s — hij liet nieuwe sluizen aanleggen en oude sluizen vernieuwen. De huidige Haarlemmersluis ontstond door de vernieuwing in 1681 van de oude sluis uit 1602, als onderdeel van zijn uitgebreide project.
Bij de Haarlemmersluis werd dagelijks de waterstand van het IJ bij eb en vloed gemeten. Hudde liet in 1684 marmeren platen aanbrengen bij acht sluizen in de stad, waarop een horizontale streep stond die de hoogte aangaf van de zeedijken in de stad, 2.676 m boven Stadspeil, het gemiddelde waterniveau van het IJ in de zomer. Dit werd eerst Amsterdams Peil genoemd, later Normaal Amsterdams Peil (NAP). Van die acht marmeren platen is er nog maar één over, op de Eenhoornsluis. Sinds 1818 wordt dit peil gebruikt om alle hoogtes in Nederland aan te geven — het systeem wordt ook in Duitsland, Zweden, Noorwegen en Finland toegepast.
Nieuwe Vismarkt
Vandaag de dag is de haringstal op de Haarlemmersluisbrug het enige dat nog over is van de vismarkt die hier ooit was. Van 1661 tot 1840 lag hier de Nieuwe (Kleine) Vismarkt, met 67 handelaren die vis verkochten vanaf overdekte stallen op palen in het water — de vis werd vers gehouden in manden die in het water hingen. De vismarkt hier lag langs de westkant van het Singel, van de Haarlemmersluis to aan de Droogbak. Het Nieuwe was toegevoegd om deze markt te onderscheiden van de Oude Vismarkt bij de Dam, waar zo’n 120 handelaren stonden tot 1841.
Het gebied rond de sluis was eeuwenlang een vismarkt. Amsterdam’s florerende haringhandel was voornamelijk gevestigd langs de kade aan het IJ, tussen de Martelaarsgracht en de Haarlemmersluis. Dit stuk heette de Haringpakkerij, met prominent de Haringpakkerstoren (afgebroken in 1829). Haring werd hier getest, schoongemaakt, gezouten en in tonnen verpakt. De tradtionele Amsterdamse haring- en bloemenstallen, ooit met vaste standplaatsen, worden nu in hun voortbestaan bedreigd door vreemde Europese regelgeving, die een loterijsysteem met rotatie verplicht stelt, in plaats van vaste plekken met een wachtlijst.
Grachtenwater verversen
Wanneer ’s nachts het grachtenwater ververst wordt, dan worden òf de Haarlemmersluis òf de Eenhoornsluis uit 1618 (op de Korte Prinsengracht, tussen de Haarlemmerstraat en Haarlemmerdijk) gesloten — maar nooit tegelijkertijd. Zo kan er ook ’s nachts tussen de grachten en het IJ worden gevaren.
Veel te druk
De Haarlemmersluis en brug zijn vaak nogal overvol, vooral tijdens de zomermaanden. Het drukke bootverkeer (rondvaartboten, stadssloepen en rubberbootjes) bij de sluis trekt veel toeristen en winkelend publiek dat zich vergaapt aan de rommelige file op het water, vooral wanneer rondvaartboten de scherpe bocht moeten maken vanaf de Brouwersgracht. Vanwege de populariteit van de Nieuwendijk en de Haarlemmerstraat staat er vaak een hele berg fietsen en scooters tegen elke beschikbare brugleuning, paal en muur.
De brede brug is ook de grens tussen twee drukke winkelstraten. Aan de ene kant de Nieuwendijk (richting stadscentrum) met zijn massagesalons, coffeeshops, fast food en souvenirwinkels, voor toeristen op zoek naar sex, drugs en smakeloze prullaria. Aan de andere kant het begin van de Haarlemmerstraat naar het westen, vaak genoemd als één van de leukste winkelstraten van de stad, zo populair dat er vaak nauwelijks nog ruimte is op de stoepen. De onafgebroken snelle stroom vaak arrogante fietsers maakt oversteken van brug en straat soms tot een gevaarlijke onderneming.
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.