Amsterdam, the imperial crown on the Westertoren

De gekroonde stad

Kreeg Amsterdam nou echt het recht om de keizers­kroon op haar stads­wapen te voeren uit dank­baar­heid, of kocht de stad – veel minder poëtisch — dat recht gewoon? Een beetje van dit en een beetje van dat, blijkt. Dit is een verhaal over politiek, verschil­lende kronen, stads­marketing voor de handel, ruzies over kleuren, en hoe stads­legenden werden gecreëerd om Amsterdam’s imago op te poetsen en pelgrims­toerisme in die tijd te bevor­deren.

Kolom met keizerskroon op de Blauwbrug over de Amstel, Amsterdam (juli 2020)

De kroon op de Blauw­brug over de Amstel (juli 2020).

Hoeken & Kabeljauwen

The Hoekse en Kabel­jauwse Twisten waren een serie oorlogen, veld­slagen en schermutse­lingen in de Lage Landen tussen 1350 en 1490. Het feodale systeem was een chaotisch zooitje, met veel kleinere edelen met wisselende privi­leges en een lands­heer ergens ver weg. De groeiende steden kregen steeds meer autonomie en jongere steden als Amsterdam gingen niet meer zo stil­zwijgend mee met de lokale edelen in hun nooit ophoudende oorlogjes met bij­behorende verzoeken om steun.

De Hoekse kant bestond voorname­lijk uit de conserva­tieve edelen die hun belangen wilden verdedigen, zij waren tegen het meer centrale Habsburgse bewind. Aan de Kabel­jauwse kant stonden meestal de wat progessievere steden, die het Bourgondische hof steunden tegen de lokale edel­lieden. De lagere edelen zagen hun privileges en financiën geleide­lijk verminderen terwijl de Habsburgse Bourgondiërs sterker werden en de groeiende steden steeds handiger werden in het ontwijken van de verlammende belastingen voor al die kleinzielige oorlogjes. Maar bond­genoten waren lang niet altijd stand­vastig en er werden ook vaak vreemde keuzes gemaakt.

De Bourgondische Heerschappij

Amsterdam was al een deel van het Bourgondische Rijk sinds 1433. In 1477 trouwde Maximiliaan I van Oosten­rijk (1459-1519) met Maria van Bourgondië, erfgename van het Graafschap Bourgondië, en werd zo in 1482 regent van de Lage Landen (inclusief Vlaanderen). De steden, met hun dikke portemonnee, waren altijd de lievelingen van de Bourgondische graven.

Links Maximiliaan I (1459-1519), rechts zijn zoon Filip de Schone (1478-1506)

Links: Maximiliaan I (1459-1519) — Rechts: zijn zoon Filip de Schone (1478-1506).

Amsterdam, dat in de 16e eeuw hard groeide, was een belang­rijke speler aan het worden in de inter­nationale handel, tegen het zere been van oudere Neder­landse steden die tot dan toe dominant waren geweest. Veel van die steden stuurden regel­matig kleine legertjes naar Amsterdam om te plunderen en vernielen. Amsterdam, dat er altijd voor zorgde op tijd financieel bij te dragen aan de Bourgondische heer, rekende op diens invloed en hulp in dit soort conflicten.

De muur & de kroon

De machtige bisschop van Utrecht had een hekel aan de Bourgondische inmenging in zijn op­volging en financiën. Maximiliaan, die regent was voor zijn minder­jarige zoon Filip, belegerde Utrecht in 1483 en won. Hij reed in triomf Amsterdam binnen en spoorde de stad aan om haast te maken met het werk aan de stenen muur, dat vanwege de aan de oorlog verbonden kosten stil was komen te liggen. Maximiliaan had tijdens zijn regering te maken met opstanden in Vlaanderen en problemen met de Hoekse steden en edelen. Amsterdam steunde hem in 1485 financieel (met een schuin oog naar zijn militaire hulp in de toekomst natuur­lijk), en nog eens met een grote lening in 1488.

Keizer Maximiliaan I die de kroon aan de Amsterdamse stedemaagd geeft

Keizer Maximiliaan I van Habsburg kent de keizer­lijke kroon toe aan de Amsterdamse stede­maagd.
(tableau vivant gedurende de festivi­teiten tijdens het bezoek van Maria de’ Medici aan Amsterdam in 1638).

Als dank voor de hulp en de rijkelijke ontvangst gaf Maximiliaan aan Amsterdam een aantal extra privileges, met als belang­rijkste het recht om de kroon van het Rijk te voeren bovenop het stads­wapen, “voor nu en ten eeuwigen dage”. Maximiliaan werd keizer van het Heilige Roomse Rijk van 1508 tot aan zijn dood, maar omdat de tocht te gevaar­lijk werd geacht ging hij nooit naar Rome om de pauselijke kroning te ontvangen, die traditioneel nodig was voor het voeren van de keizer­lijke titel.

De kroon terugwinnen

Toen Maximiliaan’s zoon Filip de touwtjes overnam in 1494 verklaarde hij ook meteen alle privileges en contracten van zijn ouders ongeldig en onder­handelde hij opnieuw over de rente op de lening die zijn vader had afge­sloten met Amsterdam. In 1497 nodigde de stad Filip uit voor een bezoek en legde hem ongelofelijk in de watten. Waarna burge­meester Andries Boelens Dircksz naar Den Haag vertrok om te proberen Filip opnieuw het recht te laten verlenen om de kroon op het stads­wapen te voeren. In ruil voor een heel aanzien­lijke som geld lukte het ook om dat privilege terug te krijgen, getekend en van een zegel voorzien.

De keizerskroon boven het Amsterdamse wapen in de Spinhuissteeg, Amsterdam

De keizers­kroon boven het Amsterdamse wapen boven de Spinhuis­poort, Spinhuis­steeg (januari 2020).

Dus Amsterdam kocht haar kroon eigenlijk — en het was niet eens een keizers­kroon toen ze hem kregen. Niettemin, de kroon op het stads­wapen was een heel belang­rijke aanwinst en aan­beveling om te hebben bij handel met het buiten­land. Toen Maximiliaan keizer werd verving de stad dan ook onmidde­lijk overal de Habsburgse kroon door de keizers­kroon boven het wapen, zonder maar de moeite te nemen om daar toe­stemming voor te vragen.

Stadslegende

Stads­marketing met het uit de losse pols hanteren van de feiten is niet alleen een moderne uit­vinding. De stads­legende die werd gevormd om de keizers­kroon op het stads­wapen te promoten luidde dat Maximiliaan ernstig ziek was geworden tijdens een bezoek aan Den Haag in 1489. Vrezend voor zijn leven, werd gezegd dat hij had beloofd om — als hij werd genezen — op pelgrims­tocht te gaan naar de Heilige Stede aan het Rokin in Amsterdam, waar een hostie werd vereerd die niet in het vuur had willen branden in 1345. Eénmaal hersteld, werd gezegd dat hij onmidde­lijk op pelgrims­tocht was gegaan zoals hij had beloofd. Waarna hij naar het stads­bestuur ging om hen het recht te geven de kroon op het wapen te voeren.

Gravure naar een gebrand­schilderd raam in de Kapel ter Heilige Stede aan het Rokin, Amsterdam

Gravure naar een gebrand­schilderd raam in de Kapel ter Heilige Stede aan het Rokin, gemaakt door Pieter Nolpe (1625-1650).
Toont Maximiliaan I die de hostie bedankt die niet wou branden (Mirakel van Amterdam, 1345), naar verluid verant­woordelijk voor zijn wonder­baar­lijke genezing in 1484. Hij wordt hier afgebeeld met de keizers­kroon, maar hij werd pas 14 jaar later keizer.

Het was een knap staaltje katholieke marketing (zoals trouwens het hele verhaal van het Mirakel van Amsterdam), alleen was hij in Den Haag in 1484 ziek geworden en en niet in 1489, dus vijf jaar eerder. Stads­kroniek­schrijver Piet Scheltema ging zelfs zover om een notitie te publiceren in 1855 waarin hij het jaar “corrigeerde” om beter bij de legende te passen. De legende van de miraculeuze genezing werd vooral binnen katholieke kringen levend gehouden. In 1884, 400 jaar later, bracht de Habsburgse keizerin Sisi van Oosten­rijk (1837–1898) een bezoek aan de Begijnhof­kapel om Maximiliaan’s wonder­baar­lijke genezing te herdenken.

Westertoren

De beroemde Wester­toren op de Wester­kerk, de spits 85 meter hoog, stamt uit 1638 en heeft één van de meer prominente kronen. Alleen is dit niet de kroon van Maximiliaan, maar een kroon die door architect Hendrick de Keijser werd gemodel­leerd naar de kroon die keizer Rudolf II in 1602 had laten maken door de Neder­landse goud­smid Jan Vermeyen in Antwerpen. Een standaard keizers­kroon bestaat uit een mijter waaroverheen een kroon is geplaatst, met een gouden band erom­heen en bovenop een bol met een kruis erop (globus cruciger).

Westertoren, Amsterdam, spits met de Rudolfinische kroon

Wester­toren uit 1638, de spits ontworpen door Hendrick de Keijser, met de Rudolfinische kroon erboven.

De kroon op de Wester­toren was oorspronkelijk blauw, maar werd in 1906 goudgeel geverfd om meer op de Rudolfinische kroon te lijken. In 2006 werd de originele blauwe kleur in ere hersteld, ook op de vazen op de vier hoeken aan de voet van de spits. Ook toen Amsterdam een machtige handels­stad was geworden behield ze de keizers­kroon, zelfs toen de Protestantse Republiek het Heilige Roomse Rijk officieel verlaten had in 1648. Om te laten zien hoe belangrijk de stad wel niet was.