De gekroonde stad
Kreeg Amsterdam nou echt het recht om de keizerskroon op haar stadswapen te voeren uit dankbaarheid, of kocht de stad – veel minder poëtisch — dat recht gewoon? Een beetje van dit en een beetje van dat, blijkt. Dit is een verhaal over politiek, verschillende kronen, stadsmarketing voor de handel, ruzies over kleuren, en hoe stadslegenden werden gecreëerd om Amsterdam’s imago op te poetsen en pelgrimstoerisme in die tijd te bevorderen.
Hoeken & Kabeljauwen
The Hoekse en Kabeljauwse Twisten waren een serie oorlogen, veldslagen en schermutselingen in de Lage Landen tussen 1350 en 1490. Het feodale systeem was een chaotisch zooitje, met veel kleinere edelen met wisselende privileges en een landsheer ergens ver weg. De groeiende steden kregen steeds meer autonomie en jongere steden als Amsterdam gingen niet meer zo stilzwijgend mee met de lokale edelen in hun nooit ophoudende oorlogjes met bijbehorende verzoeken om steun.
De Hoekse kant bestond voornamelijk uit de conservatieve edelen die hun belangen wilden verdedigen, zij waren tegen het meer centrale Habsburgse bewind. Aan de Kabeljauwse kant stonden meestal de wat progessievere steden, die het Bourgondische hof steunden tegen de lokale edellieden. De lagere edelen zagen hun privileges en financiën geleidelijk verminderen terwijl de Habsburgse Bourgondiërs sterker werden en de groeiende steden steeds handiger werden in het ontwijken van de verlammende belastingen voor al die kleinzielige oorlogjes. Maar bondgenoten waren lang niet altijd standvastig en er werden ook vaak vreemde keuzes gemaakt.
De Bourgondische Heerschappij
Amsterdam was al een deel van het Bourgondische Rijk sinds 1433. In 1477 trouwde Maximiliaan I van Oostenrijk (1459-1519) met Maria van Bourgondië, erfgename van het Graafschap Bourgondië, en werd zo in 1482 regent van de Lage Landen (inclusief Vlaanderen). De steden, met hun dikke portemonnee, waren altijd de lievelingen van de Bourgondische graven.
Amsterdam, dat in de 16e eeuw hard groeide, was een belangrijke speler aan het worden in de internationale handel, tegen het zere been van oudere Nederlandse steden die tot dan toe dominant waren geweest. Veel van die steden stuurden regelmatig kleine legertjes naar Amsterdam om te plunderen en vernielen. Amsterdam, dat er altijd voor zorgde op tijd financieel bij te dragen aan de Bourgondische heer, rekende op diens invloed en hulp in dit soort conflicten.
De muur & de kroon
De machtige bisschop van Utrecht had een hekel aan de Bourgondische inmenging in zijn opvolging en financiën. Maximiliaan, die regent was voor zijn minderjarige zoon Filip, belegerde Utrecht in 1483 en won. Hij reed in triomf Amsterdam binnen en spoorde de stad aan om haast te maken met het werk aan de stenen muur, dat vanwege de aan de oorlog verbonden kosten stil was komen te liggen. Maximiliaan had tijdens zijn regering te maken met opstanden in Vlaanderen en problemen met de Hoekse steden en edelen. Amsterdam steunde hem in 1485 financieel (met een schuin oog naar zijn militaire hulp in de toekomst natuurlijk), en nog eens met een grote lening in 1488.
Als dank voor de hulp en de rijkelijke ontvangst gaf Maximiliaan aan Amsterdam een aantal extra privileges, met als belangrijkste het recht om de kroon van het Rijk te voeren bovenop het stadswapen, “voor nu en ten eeuwigen dage”. Maximiliaan werd keizer van het Heilige Roomse Rijk van 1508 tot aan zijn dood, maar omdat de tocht te gevaarlijk werd geacht ging hij nooit naar Rome om de pauselijke kroning te ontvangen, die traditioneel nodig was voor het voeren van de keizerlijke titel.
De kroon terugwinnen
Toen Maximiliaan’s zoon Filip de touwtjes overnam in 1494 verklaarde hij ook meteen alle privileges en contracten van zijn ouders ongeldig en onderhandelde hij opnieuw over de rente op de lening die zijn vader had afgesloten met Amsterdam. In 1497 nodigde de stad Filip uit voor een bezoek en legde hem ongelofelijk in de watten. Waarna burgemeester Andries Boelens Dircksz naar Den Haag vertrok om te proberen Filip opnieuw het recht te laten verlenen om de kroon op het stadswapen te voeren. In ruil voor een heel aanzienlijke som geld lukte het ook om dat privilege terug te krijgen, getekend en van een zegel voorzien.
Dus Amsterdam kocht haar kroon eigenlijk — en het was niet eens een keizerskroon toen ze hem kregen. Niettemin, de kroon op het stadswapen was een heel belangrijke aanwinst en aanbeveling om te hebben bij handel met het buitenland. Toen Maximiliaan keizer werd verving de stad dan ook onmiddelijk overal de Habsburgse kroon door de keizerskroon boven het wapen, zonder maar de moeite te nemen om daar toestemming voor te vragen.
Stadslegende
Stadsmarketing met het uit de losse pols hanteren van de feiten is niet alleen een moderne uitvinding. De stadslegende die werd gevormd om de keizerskroon op het stadswapen te promoten luidde dat Maximiliaan ernstig ziek was geworden tijdens een bezoek aan Den Haag in 1489. Vrezend voor zijn leven, werd gezegd dat hij had beloofd om — als hij werd genezen — op pelgrimstocht te gaan naar de Heilige Stede aan het Rokin in Amsterdam, waar een hostie werd vereerd die niet in het vuur had willen branden in 1345. Eénmaal hersteld, werd gezegd dat hij onmiddelijk op pelgrimstocht was gegaan zoals hij had beloofd. Waarna hij naar het stadsbestuur ging om hen het recht te geven de kroon op het wapen te voeren.
Het was een knap staaltje katholieke marketing (zoals trouwens het hele verhaal van het Mirakel van Amsterdam), alleen was hij in Den Haag in 1484 ziek geworden en en niet in 1489, dus vijf jaar eerder. Stadskroniekschrijver Piet Scheltema ging zelfs zover om een notitie te publiceren in 1855 waarin hij het jaar “corrigeerde” om beter bij de legende te passen. De legende van de miraculeuze genezing werd vooral binnen katholieke kringen levend gehouden. In 1884, 400 jaar later, bracht de Habsburgse keizerin Sisi van Oostenrijk (1837–1898) een bezoek aan de Begijnhofkapel om Maximiliaan’s wonderbaarlijke genezing te herdenken.
Westertoren
De beroemde Westertoren op de Westerkerk, de spits 85 meter hoog, stamt uit 1638 en heeft één van de meer prominente kronen. Alleen is dit niet de kroon van Maximiliaan, maar een kroon die door architect Hendrick de Keijser werd gemodelleerd naar de kroon die keizer Rudolf II in 1602 had laten maken door de Nederlandse goudsmid Jan Vermeyen in Antwerpen. Een standaard keizerskroon bestaat uit een mijter waaroverheen een kroon is geplaatst, met een gouden band eromheen en bovenop een bol met een kruis erop (globus cruciger).
De kroon op de Westertoren was oorspronkelijk blauw, maar werd in 1906 goudgeel geverfd om meer op de Rudolfinische kroon te lijken. In 2006 werd de originele blauwe kleur in ere hersteld, ook op de vazen op de vier hoeken aan de voet van de spits. Ook toen Amsterdam een machtige handelsstad was geworden behield ze de keizerskroon, zelfs toen de Protestantse Republiek het Heilige Roomse Rijk officieel verlaten had in 1648. Om te laten zien hoe belangrijk de stad wel niet was.