Amsterdamse Stadspoorten in 1544
De stenen stadsmuur, in opdracht van de Oostenrijkse keizer Maximiliaan I tussen 1482 en 1502 gebouwd, had vier hoofdpoorten en een aantal verdedigingstorens. Maximiliaan was ook hertog van Holland en Zeeland, dus Amsterdam was toen een onderdeel van het Bourgondische rijk. De stenen muur liep rond de hele stad, behalve aan de haven bij het IJ, die werd verdedigd met palissades en het Rode Blokhuis, met een flink aantal kanonnen.
Om de stadsmuur te verdedigen was een vrij schootsveld nodig, dus waren er flinke beperkingen aan het bouwen vlak buiten de muur — permanente bebouwing was er niet toegestaan. Dus hoewel de muur aan de ene kant bescherming bood tegen de aanvallen en rooftochten van de bisschop van Utrecht en de hertog van Gelre, beperkte hij aan de andere kant ook de uitbreidingen en de economische groei.
De hoofdpoorten
De vier hoofdpoorten in deze 15e en 16e eeuwse muur waren de Haarlemmerpoort, Heiligewegspoort, Regulierspoort en Sint Antoniespoort. Er waren ook nog vier kleinere poorten: de Raampoort, Jan Roodenpoort, Korsjespoort en Waterpoort.
De Haarlemmerpoort stond aan het begin van de weg naar Haarlem en was al de tweede stadspoort met die naam, hij werd afgebroken in 1601.
De Heiligewegspoort was een toren met een poort eronder. Hij was gebouwd om de toestroom van pelgrims te verwerken na het Mirakel van Amsterdam (1345) en stond waar nu het Koningsplein is. Eerst was dit een houten poort, die in 1637 opnieuw in steen werd gebouwd. Hij werd in 1664 afgebroken en vandaag is er geen spoor meer van te vinden.
De Regulierspoort — vernoemd naar het klooster van de Regulieren buiten de stadsmuren — werd tussen 1480 en 1487 gebouwd. De poort had twee torens en een poort tussen de torens in. Na de stadsuitbreiding van 1585 had de poort haar functie verloren. Rond 1615 brandde hij af — er bleef maar één toren overeind staan, die later met een aantal toevoegingen de Munttoren zou worden op het huidige Muntplein.
De Sint Antoniespoort uit 1488 heet nu de Waag op de Nieuwmarkt. De functie als poort raakte hij in 1614 kwijt en hij werd toen ingezet als waag en als kantoor voor diverse gilden. De gilden werden in 1798 opgeheven en in 1819 werd er in de Waag voor het laatst gewogen.
Verdwenen poorten
De Sint Olofspoort uit ongeveer 1370 had zijn functie verloren na de stadsuitbreiding van 1425. Hij werd in 1618 afgebroken. Er is vandaag niets meer over van die poort, maar de smalle steeg waar hij stond (tussen de Zeedijk en de Warmoesstraat) heet nu de Sint Olofspoort (tot 1917 heette dit de Oudezijds Wijde Kapelsteeg). Een beetje verder naar het zuiden, tussen de Zeedijk en de Nieuwebrugsteeg ligt de Sint Olofssteeg.
De Sint Olofspoort stond oorspronkelijk over een gracht heen. De wachters hadden een poorthuis, op de plek waar nu een café is op de hoek van de Nieuwebrugsteeg 15. Het poorthuis had twee stortkokers in zijn muur, waardoor de wachters hun afval in de gracht stortten. Een opgraving in 1970 leverde daar veel vondsten van gebruiksvoorwerpen op en gaf ook inzicht in het dieet van de wachters. In de 15e eeuw werd de gracht gedempt en werd er een kapel (de Sint Olofskapel) naast de poort gebouwd.
De Raampoort was een eenvoudige onderdoorgang door de stadsmuur, afgebroken in 1844, die stond waar nu de Bullebaksluis is. De Jan Roodenpoort had een toren die in 1829 werd afgebroken na verschillende verbouwingen, de omtrek van de fundering is met lichtere keitjes zichtbaar gemaakt op de brug van de Torensluis.
De Korsjespoort stond bij de Blauwburgwal en was afgebroken tijdens de stadsuitbreiding in de 17e eeuw. De Waterpoort was een houten brug over de Geldersekade, van de Waterpoortsteeg bij de Zeedijk naar het terrein van de Lastage. Er is nu niets meer over van die poorten.
De torens
Het Rondeel stond waar nu het Hotel de l’Europe is, de Swych Utrecht toren is waar nu het Doelen Hotel staat. De Montelbaanstoren en de Schreierstoren staan er nog, de Heilige Kruistoren (later de Haringpakkerstoren genoemd) is verdwenen, afgebroken in 1829.
De Montelbaanstoren was bedoeld als verdediging voor de nieuw aangelegde Lastage. Om dit terrein buiten de stadsmuren te beschermen werd er een gracht gegraven langs de oostkant ervan, de huidige Oude Schans. De uitgegraven grond werd gebruikt voor een tijdelijke aarden wal met palissades. De toren werd opgericht op de hoek van de Oude Schans en de Oude Waal.