Transformer columns or pepper shakers, Amsterdam

Amsterdamse Peperbussen

Ja hoor, echt waar: Amsterdam heeft veel peper­bussen op straat. Je hebt ze waar­schijn­lijk al overal gezien, zonder er echt acht op te slaan, want ze zitten meestal vol met affiches voor theater­shows en tentoon­stellingen. Het zijn eigenlijk trans­formator­huizen die een flink deel van hun omgeving van elektri­citeit voorzien, met een bijrol als advertentie­zuilen die door de gemeente verhuurd worden. De meeste zijn van rond 1950.

Transformatorzuil op de Geldersekade, Amsterdam

Peperbus op de Gelderse­kade (januari 2020).

De oor­spronke­lijke ijzeren trans­formator­zuilen werden in 1911 ontworpen door architect Jo van der Mey — ze hebben een hoogte van 4 m en een door­snede van 1,9 m. De ijzeren zuil staat op een bak­stenen voet. Het puntdak is de reden van hun bijnaam. Er staat nog een originele ijzeren Amsterdamse zuil uit 1911 in Diemen, die een rijks­monument is. Het Zaans Museum in Zaandam heeft er één met historische aanplak­biljetten.

Peperbus op de Prinsengracht, Amsterdam en op het Amstelveld

Peperbus op de Prinsen­gracht (juli 2021) — Hier sta ik voor een (COVID-blauwe) peper­bus bij het Amstel­veld (maart 2021).

Er staat er ook één in het Neder­lands Open­lucht­museum in Arnhem, waar hij bewonderd kan worden samen met een recon­structie van de 17e-eeuwse sloppen van de Potten­bakkers­gang uit de Jordaan, die daar in 2012 in hun geheel naar toe zijn verplaatst.

Schema uit 1915-1930 van transformatorzuil naar verdeelkast naar woning

Schema uit 1915-1930, hoe elektri­citeit van de trans­formator­zuil via een verdeel­kast naar de huizen wordt gebracht (KEMA).

Officieel heten ze dus trans­formator­zuilen, maar ze kregen door hun vorm al snel de bijnaam peper­bussen. Of adver­tentie­zuilen of plak­zuilen — Amster­dammers bedenken graag minstens twee bij­namen voor van alles. De oudere zuilen roesten nogal, dus er zijn er al veel vervangen door betonnen versies met dezelfde vorm. Maar in de komende jaren zullen er nog zo’n 120 peper­bussen worden vervangen, sommige door betonnen versies van de peperbus, andere door nieuwe recht­hoekige trans­formator­be­huizingen. Op de Schinkel­kade stonden ooit nog een ijzeren en een betonnen naast elkaar.

Roestende peperbus op de Krommeniestraat, Amsterdam

Een roestende peper­bus op de Krommenie­straat bij het Spaarn­dammer­plantsoen (juli 2021).

Advertentieruimte

De stad verhuurt de buiten­kant van de trans­formator­zuilen als advertentie­ruimte voor culturele evene­menten, sinds 1996 zijn er ongeveer 640 plekken van A0-formaat beschikbaar. Elke peperbus heeft plek voor ongeveer 15-18 affiches. Er zijn ook nog ongeveer 60 speciaal­zuilen, die voor zuil­hoge affiches gehuurd kunnen worden. Gedurende de COVID-jaren waren veel peper­bussen helemaal helder­blauw, omdat er geen culturele zaken aan te kondigen waren.

Twee peperbussen op de Prinsengracht bij de Leidsestraat, Amsterdam

Twee peper­bussen op de Prinsen­gracht bij de Leidse­straat (februari 2022).

Peperbus op de Prinsengracht, kijkend naar de Vijzelstraat, Amsterdam

Peperbus op de Prinsen­gracht, kijkend naar de Vijzel­straat (maart 2022).

Architect Jo van der Mey

Jo (Joan) van der Mey (1878-1949), de man die de peper­bussen ontwierp, werd door de stad aan­gesteld als esthetisch adviseur voor bouw­zaken — Amsterdam was de eerste stad ter wereld die in 1901 een woning­bouw­code vast­legde in de Woning­wet en toezag op de toe­passing ervan. Van der Mey ontwierp de façade van het labora­torium­gebouw in de Hortus Botanicus, bruggen en woningen in Amsterdam Zuid en rond het Mercator­plein, maar hij is het meest bekend door zijn werk aan het Scheep­vaart­huis. Samen met Michel de Klerk (woning­complex Het Schip) en Piet Kramer is hij een belang­rijke figuur in de archi­tectuur­stroming van de Amster­damse School.

Peperbus op de Van de Veldestraat, Amsterdam

Peperbus op de Van de Velde­straat (februari 2022).

Weteringschans met peperbus, Amsterdam

Weteringschans met peperbus (maart 2022).