Amsterdam's Westelijke Eilanden
Ten noorden van de Jordaan en de Haarlemmerbuurt liggen Amsterdam’s drie kunstmatige westelijke eilanden: Bickerseiland, Prinseneiland en Realeneiland, een kleine rustige wereld op zichzelf met een heel eigen sfeer — alsof je een andere tijd binnenstapt — dichtbij het centrum van de stad. Met een oppervlakte van 22 hectare, waren deze eilanden vroeger bedoeld voor scheepswerven en pakhuizen, een combinatie van industrie en wonen. Tegenwoordig worden ze vaak gebruikt als achtergrond voor films vanwege de vele nostalgische kijkjes.
Geschiedenis van de Westelijke Eilanden
Aan het begin van 1600 waren de Westelijke Eilanden nog een moerasgebied met rietkragen en struikgewas — een schuilplaats voor veel minder frisse types die het gebied onveilig maakten. In 1610, om grotere schepen binnen te kunnen laten, begon de stad de Nieuwe Waal uit te diepen, het water tussen de Westelijke Eilanden en het IJ, tegenwoordig afgesloten door de Westerdoksdijk, toen nog open water.
Als onderdeel van Amsterdam’s Derde Uitleg werden deze drie kunstmatige eilanden aangelegd tussen 1611 en 1615. Ze heetten oorspronkelijk Vooreiland, Middeneiland en Achtereiland. De nieuwe eilanden waren bedoeld om te dienen voor pakhuizen en ondernemingen die met scheepvaart te maken hadden, woonhuizen waren daar alleen toegestaan voor de arbeiders.
Op de eilanden werden eerst ondernemingen neergezet die te luidruchtig of gevaarlijk waren om in de stad te hebben, zoals scheepswerven, teerkokerijen en zoutziederijen. De Derde Uitleg van de stad kreeg ook een nieuwe wal tot ver in het water van het IJ, met drie bastions, de palenrij in het water ook verlengd om de havens te beschermen. Woonhuizen kwamen hier voornamelijk aan de westkant van Bickerseiland en aan de oostkant van Realeneiland.
Handel met voorkennis
Grondspeculatie door sommige bestuurders (burgemeester Oetgens en zijn zwager Barthold Cromhout, die vooraf wisten van de voorgenomen stadsuitbreiding) zorgde voor een schandaal in het stadsbestuur in 1614 — het zou de stad een enorm bedrag hebben gekost om de grondeigenaren uit te kopen als het zou zijn gelukt. Een onafhankelijke commissie werd aangesteld om de transacties te onderzoeken. Desondanks werd het bouwen op de nieuwe eilanden jarenlang vertraagd, vanwege de eropvolgende langdurige onderhandelingen — pas tussen 1623 en 1647 kwam het echt op gang — en Oetgens en Cromhout verdienden nog steeds flinke bedragen aan hun minder fraaie handelen.
Het Vooreiland werd uiteindelijk Bickerseiland genoemd, naar eigenaar Jan Bicker, afstammeling van een belangrijke regenten- en koopmansfamilie, die mede de aanleg van de eilanden door het stadsbestuur had geloodsd. Het Middeneiland werd uiteindelijk Prinseneiland genoemd, waarschijnlijk naar de eerste drie Prinsen van Oranje. Het Achtereiland werd het Realeneiland, vernoemd naar de Amsterdamse schepen Jacob Reael, die ook de aanleg van de eilanden in het stadsbestuur had gepromoot en die er veel grond bezat.
Handel & pakhuizen
In het oosten van de stad waren de Oostelijke Eilanden bedoeld voor de handel van de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie), met zijn eigen scheepswerven en pakhuizen. Maar de werven en pakhuizen op de Westelijke Eilanden hadden voornamelijk te maken met de WIC (West-Indische Compagnie) en met de handel met de Levant (het oostelijke gebied van de Middellandse Zee) en met het Oostzeegebied. De pakhuizen dienden als opslag voor haring, graan, tabak, zout, ansjovis, kattenhuiden, taan en teer. Veel straatnamen op de Westelijke Eilanden herinneren nog aan deze goederen, zoals Bokkinghangen, Zoutkeetsgracht en Nieuwe Teertuinen. Gevelstenen en pakhuisnamen wijzen ook nog op deze activiteiten.
Aanleg van het Westerdok & de spoorlijn
Dichtbij, op de Haarlemmerstraat, staat het West-Indische Huis, het vroegere hoofdkantoor van de WIC. In 1834 werd het Westerdok aangelegd, om het voortdurende dichtslibben van de waterwegen rond de eilanden tegen te gaan. Door de aanleg van de Westerdoksdijk en later het Westerdokseiland, waren de nieuwe eilanden niet langer aan eb en vloed blootgesteld en waren ze nu van het IJ afgesloten (dat toen nog een open verbinding met de Zuiderzee had).
Toen het spoorlijnviaduct naar het westen richting Haarlem hier werd aangelegd, werden de Westelijke Eilanden ook van de Haarlemmerbuurt en de Haarlemmer Houttuinen gescheiden, waar al het hout werd opgeslagen voor de scheeps- en woningbouw.
Jacob Olie
Jacob Olie (1834–1905) was een stadsfotograaf die op de Zandhoek 10 op het Realeneiland woonde. We danken veel prachtige zwartwitfoto’s aan hem van Amsterdam in de 19e eeuw. Fotografie was maar een hobby voor hem — hij was timmerman, bouwkundig ingenieur, leraar op (en later ook schoolhoofd van) de eerste ambachtsschool in Nederland. Hij werd begraven op de Nieuwe Ooster begraafplaats, zijn verloren geraakte grafsteen werd weer gevonden en opgeknapt.
Einde van de haven
Tot het eind van de 19e eeuw was dit een bruisende, levendige buurt met veel bedrijvigheid, maar daarna werden de nieuwere schepen te groot voor deze kleine havenuitbreiding. De aanleg van een grotere en modernere haven in het oostelijk deel van de stad betekende het einde van bijna 200 jaar aan scheepsbouw gerelateerde activiteit op de Westelijke Eilanden. Gelukkig is er veel van de sfeer van de oude nijverheid bewaard gebleven.
Van sloppen naar juweel
Toen de scheepswerven de deuren sloten, werden de leegstaande pakhuizen al snel verwaarloosd en werd de buurt slecht onderhouden, terwijl de fabrieken ook nog eens voor lawaai en luchtvervuiling zorgden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hier heel veel gesloopt voor brandhout. Zo’n 100 families bleven de buurt trouw, ook toen dit deel van de stad bijna een sloppenwijk was geworden. Artiesten, krakers en drugsverslaafden namen de verlaten pakhuizen over. Veel vastgoed op Bickerseiland werd in 1965 door projectontwikkelaars aangekocht, die hier grote kantoren wilden bouwen.
In 1970 stak een aktiecomité van bewoners een stokje voor die tè grootscheepse plannen, af en toe zelfs met grimmige sabotage. In 1973 werd uiteindelijk een nieuw alternatief plan voor het eiland ontworpen door twee jonge architecten en werd veel van de buurt bewaard. Sinds 1990 ondergingen de eilanden heel veel veranderingen en werden ze weer een magneet voor meer kapitaalkrachtige Amsterdammers en voor kunstenaars en muzikanten.
Later meer
Later zal ik in aparte blogposts elk van de Amsterdamse Westelijke Eilanden bespreken, met uitleg en meer foto’s.
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.