Amstelveld & Amstelkerk
Vanwege het explosief groeiende aantal inwoners (van 50.000 naar 160.000) moest Amsterdam in 1662 opnieuw uitbreiden (de zogenaamde Vierde Uitleg): langs de Kerkstraat, tussen de Keizersgracht en de Prinsengracht, werden vier grote lege plekken gereserveerd voor nieuw te bouwen kerken. Eén van die plekken was het Amstelveld, nu een mooi plein met 46 Kaukasische vleugelnootbomen en een karakteristieke houten kerk.
Van de vier geplande kerken langs de Kerkstraat werden alleen de houten Amstelkerk en de bakstenen Oosterkerk (uit 1671) ook echt gebouwd. Een groot deel van de charme van het plein komt van de Kaukasische vleugelnootbomen, van oorsprong uit de Kaukasus regio Armenië, Azerbeidjan, Georgië, Iran, Rusland, Oekraïne en Turkije. Deze boomsoort werd in 1784 in Frankrijk geïntroduceerd en in Groot Brittanië na 1800. Aan de rand van het plein kun je nog een antiek publiek toilet voor mannen zien, een zogenaamde Amsterdamse krul.
Speciale lantaarns
In 1990 werden replica’s van lantaarns geplaatst op het Amstelveld, op 3,4 m lange vierkante eiken palen. Ze werden ontworpen door Jan van der Heijden (1637–1712), schilder, tekenaar en uitvinder van een verbeterde brandspuit en in serie geproduceerde straatverlichting. Hij ontwierp deze lantaarns om Amsterdam van betere straatverlichting te voorzien — ze brandden op een mengsel van raapzaadolie en lijnzaadolie, genoeg in een container voor de hele nacht. In 1669 werden er zo’n 1.800 in Amsterdam geplaatst (een wereldprimeur), en in 1682 ook zo’n 1.600 in Berlijn.
Amstelveld markt
Er was al een maandagmorgenmarkt op het Amstelveld sinds 1876 — vroeger een heel drukke en gevarieerde markt, waar textiel, sigaren, boeken, puppies, vis, kippen en voedsel werden verkocht. Er was ook een jaarlijkse kermis op het Amstelveld. Nu is er op maandag nog steeds een markt, maar alleen voor planten en bloemen — en af en toe een antiekmarkt in de zomermaanden. Een café, kinderspeelplaats, jeu-de-boulesveld en een terrein voor straatvoetbal zorgen voor een levendig plein. Op het plein vind je ook een beeld van de beroemde Amsterdamse standwerker en stand-up comedian Kokadorus, die altijd op het plein stond op deze (voornamelijk Joodse) markt vóór de Tweede Wereldoorlog. Het plein werd in 2010 gerenoveerd, nadat omwonenden in 2007 via een rechtszaak de kap van veel vleugelnootbomen hadden tegengehouden.
De Amstelkerk
Deze tijdelijke houten kerk werd in 1668-1670 gebouwd voor de inwoners van dit deel van Amsterdam, als onderdeel van de aanleg van het tweede deel van de grachtengordel. De kerk werd ontworpen door stadsbouwmeester en architect Daniël Stalpaert (1615–1676), die ook meehielp bij de bouw van het stadhuis (Koninklijk Paleis), verschillende stadspoorten en ’s Lands Zeemagazijn (waar nu het Scheepvaartmuseum in is).
De houten noodkerk was zo eenvoudig dat de bevolking hem een “preekschuur” noemde. De kerk werd in 1670 geopend, toen nog ongeschilderd grenen. Drie jaar later werden er twee bakstenen aanbouwen tegenaangeplakt, een woning voor de koster en een bakkerij voor de armen. De kerk kreeg nooit een toren. De houten klokkenstoel (overigens met maar één klok) werd voor het 300-jarig jubileum van de kerk opnieuw vervaardigd en in 1970 in gebruik genomen.
Oorspronkelijk waren er plannen geweest om de houten noodkerk te vervangen door een bakstenen exemplaar, maar die plannen werden nooit uitgevoerd, waardoor de tijdelijke kerk een blijvertje werd. Het gevolg was wel dat een veel ruimte rond de noodkerk werd gehouden en dat de kerk in een hoek van het plein werd neergezet. In 1840 kreeg de kerk een legaat van een rijke weduwe (Frederica Cramer, weduwe van een Amsterdamse wethouder) — architect Hendrik Springer schiep het nieuwe neogotische interieur, de eerste uiting van die stijl in Nederland. Vincent van Gogh’s oom, Johannes Paulus Stricker, preekte in de Amstelkerk en Vincent woonde er op 3 juni 1877 een dienst bij. Tot 1985 was het gebouw in gebruik bij de Protestantse kerk, sinds 2006 zijn er zondagsdiensten van de Hervormde Kerk van Amsterdam.
Sterk verwaarloosd en duur in onderhoud, werd de kerk in 1986 voor de symbolische som van 1 gulden door Stadsherstel Amsterdam aangekocht. Na een uitgebreide restauratie, klaar in 1990, kreeg de kerk nieuwe functies: kantoren, een woning, een verhuurdeel en een restaurant. Het middelste deel kan worden gehuurd in de avonden en weekeinden voor symposiums, lezingen, diners, recepties en huwelijken — het is een officiële Amsterdamse trouwlocatie. De kerk, vroeger ossenbloedrood, nu wit, is een rijksmonument.
Muzieklocatie
Het houten gebouw heeft een hele goede akoestiek, waardoor het uitermate geschikt is voor recitals en kamermuziekconcerten — het is is dan ook een thuis voor een aantal orkesten en ensembles. Er staat in de kerk een monumentaal orgel (een nog steeds bespeelbaar Bätz orgel uit 1843), evenals een Steinway-vleugel van de Russische pianospeler Youri Egorov, die in 1988 in Amsterdam stierf.
Napoleon & de Amstelkerk
Er wordt gezegd dat Napoleon — tijdens zijn reis door Holland met zijn vrouw Marie Louise — zijn militaire paarden hier op het Amstelveld stalde in oktober 1811. Zijn eigen witte paard zou hij in een van de bakstenen aanbouwtjes uit 1750 hebben gestald, nu de keuken van restaurant Nel, destijds in gebruik als voetstovenopslag (de houten kerk was niet verwarmd). Het verhaal is een blijvertje, ook al zijn er geen documenten die het kunnen aantonen.
In 1811, aan het begin van Napoleon’s bestuur in Holland, werd hier militaire dienstplicht ingevoerd. Hij had altijd soldaten nodig vanwege zijn vele oorlogen en hier in deze kerk werd het lot van veel Amsterdamse jonge mannen bezegeld door loting — lage nummers moesten de oorlog in voor de keizer. Velen vluchtten naar het buitenland om aan die dienstplicht te ontkomen, rijke mensen konden tegen betaling een ander in hun plaats laten gaan. De dienstplicht in Nederland bleef ook na het vertrek van Napoleon in 1815 en werd pas in 1997 hier afgeschaft.
Kokadorus, een beroemde standwerker
De drukke markt op het Amstelveld werd bezocht door veel handelaren, waaronder ook professionele standwerkers die hun waren met veel theater aan de man brachten. Kokadorus was de onbetwiste en geliefde koning van deze standwerkers. Zijn echte naam was Meijer Linnewiel, geboren in Leeuwarden in 1867, zoon uit een arm Joods gezin. Hij beweerde dat hij zijn naam had gekozen omdat zijn grootvader Ko heette, zijn grootmoeder Ka en zijn vader Dorus — hoewel hun echte namen heel anders waren. Hij was beroemd om zijn verhalen, politieke commentaren, rauwe humor en zijn onmiskenbare talent voor show.
Op zijn 10e verkocht hij al (illegaal) lucifers in de Kalverstraat, op zijn 14e werkte hij al op de markt op het Amstelveld. Bij zijn zilveren jubileum als standwerker in 1906 kreeg hij een medaille van de inwoners van Amsterdam. In tegenstelling tot zijn uitbundige publieke persoonlijkheid, was hij privé een rustige en diepgelovige Joodse familieman. Meijer en zijn vrouw Hendrika stierven vóór de Duitse bezetting, maar hun kinderen en kleinkinderen werden allemaal in de concentratiekampen van Auschwitz en Sobibor vermoord.
De Joodse geschiedenis van het Amstelveld
De oude Amstelveldmarkt had een duidelijke Joodse inslag vanwege de vele Joodse marktkooplieden, sommigen beroemd in de hele stad. Er waren ook veel Joodse families en bedrijven in de buurt rond het plein. In februari 1941 werden de Joodse marktkooplui door antisemitische NSB knokploegen uitgedaagd en aangevallen, waardoor verschillende vechtpartijen ontstonden. De ongeregeldheden die volgden waren een excuus voor de Duitsers voor één van de eerste razzia’s in Nederland. 425 Joodse mannen werden opgepakt en gedeporteerd, bijna allemaal vermoord in Mauthausen (Oostenrijk) — slechts 2 hebben het overleefd.
Die razzia’s leidden op hun beurt weer tot de beroemde Februaristaking, een algemene staking tegen de anti-Joodse maatregelen, die werd georganiseerd door de (destijds verboden) Communistische Partij Nederland. De staking werd ingeleid door de Amsterdamse dokwerkers, die zelf tegen gedwongen tewerkstelling in Duitsland aankeken. De staking werd na drie dagen hardhandig door de Duitsers beëindigd. De markt op het Amstelveld werd in september 1941 verboden voor Joden. Na de deportatie van de Joodse bevolking gedurende de Tweede Wereldoorlog werd de markt nooit meer wat hij was.
Amstelveld video
Website Amstelkerk: https://stadsherstel.nl/eventlocatie/amstelkerk/
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.